Vrije hand Duterte bij neerslaan opstand zuiden Filipijnen

Het Filipijnse parlement heeft met een overweldigende meerderheid ingestemd met de verlenging van de staat van beleg in het zuiden van het land, tot het eind van het jaar. Het leger probeert daar een opstand te bedwingen van islamitische militanten, die in de stijl van IS opereren.

De stemverhouding in het parlement was 261 tegen 18. De staat van beleg, die eind mei was afgekondigd, zou vandaag aflopen.

Onderschatting

Op 23 mei namen honderden zwaarbewapende islamitische strijders de zuidelijke stad Marawi in. Bij de strijd die daarop volgde zijn volgens Filipijnse gegevens 400 militanten, 100 man bij politie en leger en 45 burgers omgekomen. De legertop erkent verrast te zijn door de aanval op de stad en zegt dat de kracht van de vijand is onderschat.

De Filipijnse regering vreest dat de extremisten uit zijn op de stichting van een islamitische staat in de zuidelijke Filipijnen en dat de opstand overslaat naar andere delen in het zuiden van het land.

Onder de rebellen zijn Indonesiërs en strijders van de terroristische beweging Abu Sayyaf. De financier van de opstand is de Maleisiër Mahmud bin Ahmad, zegt president Duterte.

Sommige parlementariërs spraken zich uit tegen de verlenging van de staat van beleg. Ook zonder die uitzonderingstoestand kan de opstand worden neergeslagen, menen zij. Een senator herinnerde aan de staat van beleg die president Ferdinand Marcos in 1972 afkondigde, waarmee het parlement buitenspel werd gezet. Dictator Marcos werd in 1986 bij een volksopstand afgezet.