'Marokkaans uitleveringsverzoek geen politieke kwestie'
Een hoge functionaris van het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken stelt dat het uitleveringsverzoek voor de Marokkaanse ex-parlementariër Saïd Chaâou geen politieke zaak is, maar dat het gaat om een drugscrimineel die zijn straf moet uitzitten.
"Saïd Chaâou is een crimineel die moet worden vervolgd, en als partner moet Nederland zich daarvoor inzetten", zegt een hoge functionaris binnen het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken die anoniem wil blijven. Hij reageert hiermee op de diplomatieke rel tussen Nederland en Marokko.
Aanleiding voor de rel zijn twee arrestatiebevelen die in 2010 en 2015 werden uitgevaardigd tegen de ex-parlementariër. De man, die ook de Nederlandse nationaliteit heeft, wordt in Marokko verdacht van deelname aan een criminele bende en betrokkenheid bij een grootschalig internationaal drugsnetwerk.
Tegelijk verschijnen in de Marokkaanse pers de laatste weken regelmatig berichten waarin Chaâou wordt gelinkt met de Hirak-beweging in het Rif-gebied, de demonstranten die de afgelopen acht maanden in het noorden van het land de straat op gaan tegen corruptie en voor sociale voorzieningen. Hij zou de beweging financieren en de lijfwachten van protestleider Nasser Zafzafi hebben geregeld. Bovendien spreekt hij zich op Facebook regelmatig uit als activist en voor onafhankelijkheid van het Rifgebied.
We hebben het hier niet over een engel, maar over een grote crimineel.
Volgens het Marokkaanse ministerie van Buitenlandse Zaken staat dit los van het feit dat de druk op Nederland om Chaâou aan te pakken is opgevoerd. "We hebben het hier niet over een engel, maar over een grote crimineel."
Volgens de man is het activisme van Chaâou een tactiek om uit handen van de Marokkaanse justitie te blijven. "Door zich te profileren als activist wordt het politieke zaak. Maar dat is het niet, we hebben het hier over een criminele zaak. De arrestatiebevelen zijn al veel ouder dan de gebeurtenissen in Al Hoceima."
Volgens de Marokkaanse functionaris kan de afwachtende houding van Nederland in deze zaak flinke gevolgen hebben voor de relatie tussen beide landen. "We kunnen een land niet dwingen om onze partner te zijn." Gisteren werd de Marokkaanse ambassadeur teruggeroepen voor overleg over de kwestie.
De Nederlandse ministeries van Veiligheid en Justitie en Buitenlandse Zaken vinden de Marokkaanse verklaring "onbegrijpelijk en onnodig". Dat zeiden ze gisteren in een verklaring over de zaak. "Nederland hecht nu en in de toekomst aan effectieve samenwerking met Marokko mits gebaseerd op internationaal rechtelijke kaders en bescherming van de rechtsstaat."
Vandaag willen ze niet verder ingaan op deze zaak. Een woordvoerder van Veiligheid en Justitie laat de NOS weten nooit uitspraken te doen over individuele zaken.
Grote drugszaak
De Marokkaanse zaak tegen Chaâou uit 2010 baarde opzien vanwege de betrokkenheid van politie, gendarme, journalisten en bankiers. In totaal werden 38 mensen veroordeeld waaronder de Nederlandse Marokkaan Najib Azaimi. Hij werd gezien als een van de leiders van de bende en kreeg de doodstraf opgelegd.
Ook Chaâou zou een belangrijke spil in het netwerk zijn, maar hij wist de dans te ontspringen door uit te wijken naar Nederland, waar hij al twintig jaar in Roosendaal woont. Volgens de Marokkaanse bron vraagt Marokko inmiddels al vijf jaar om Nederlandse hulp in deze zaak.
We gaan niet smeken.
De functionaris wijst erop dat Marokko en Europa afspraken hebben gemaakt over de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit. "Verschillende Europese landen hebben onze hulp gevraagd en wij hebben altijd geholpen", zegt hij. "Nu vragen wij de hulp van Nederland, en vervolgens moeten we vijf jaar wachten tot er iets gebeurt."
De functionaris trekt alvast een voorzichtige conclusie. "We hebben alle mogelijke manieren geprobeerd. De diplomatieke weg, de gerechtelijke weg, maar we gaan niet smeken. Blijkbaar verkiest Nederland de bescherming van een drugscrimineel boven de band met Marokko."
De bron benadrukt dat Marokko niet persé uit is op uitlevering van Chaâou. "We willen een oplossing. Of dat nou uitlevering is of vervolging in Nederland, dat maakt voor ons geen verschil."
Geen uitleveringsverdrag
Nederland heeft geen officieel uitleveringsverdrag met Marokko. Het is dan ook niet ongewoon dat iemand met een dubbele nationaliteit niet wordt uitgeleverd, maar wordt veroordeeld in het land waar hij wordt gearresteerd. Zo werd de Nederlands-Marokkaanse Hamza B. in 2016 in Marokko veroordeeld tot twintig jaar cel voor zijn betrokkenheid bij de liquidaties in de Staatsliedenbuurt in 2012.