Nederlandse fysiotherapeut in Mosul: 'Je bent de hele dag in de oorlog'
"Je hoort de oorlogsgeluiden, het schieten, de bombardementen en de explosies. Je bent eigenlijk de hele dag in de oorlog." Guido Versloot van het Rode Kruis werkt in een ziekenhuis op anderhalve kilometer afstand van de Iraakse stad Mosul. De slag om die stad is in alle hevigheid bezig. Iraakse strijdkrachten zijn bezig de oude stad te heroveren op IS.
Versloot vertelt dat het ziekenhuis net op veilige afstand van het front ligt. "Je ziet de rookwolken in de verte. Door de strijd komen er nu heel veel zwaargewonde patiënten binnen in het ziekenhuis."
"De meeste patiënten zijn in het oorlogsgebied of tijdens het vluchten gewond geraakt. We zien veel kogelwonden en verwondingen door explosies. En er komen wat oudere patiënten met oude verwondingen die eerder in Mosul geholpen zijn. Die moeten we hier nu helpen en een goede behandeling geven. Daar ontbrak het aan de laatste jaren."
Versloot, fysiotherapeut, heeft tijdens de behandelingen ook tijd om met de patiënten te praten over hun psychologische problemen; "Je moet je voorstellen dat mensen het heel erg moeilijk hebben. Ze raken hele families kwijt. Ze komen met een gewond kind binnen en dat kind is het enige dat ze nog hebben. Dat hebben ze dan kunnen redden."
Toch merkt hij dat veel inwoners van Mosul bereid zijn dat offer te brengen. "De gevechten eisen veel slachtoffers maar de stad is natuurlijk ook al een hele tijd belegerd. Er is bijna geen eten en geen water meer. De mensen komen bijna om van de honger en de dorst. Zij vinden juist dat er wel gevochten moet worden om zo snel mogelijk vrij te zijn. Ondanks dat daar gewonden bij vallen", zegt Versloot.
Ziekenhuis
Het ziekenhuis waar Versloot werkt is zelf nog geen doelwit geweest. "We zitten daar goed, net buiten de gevechtszone. Maar er kan altijd iets gebeuren natuurlijk. Daar zijn we goed op voorbereid. We hebben goede informatie. Als er iets gebeurt dan moeten we maar wat eerder weg en hopen dat dat dan voldoende is."
Wij helpen natuurlijk mensen die het echt, echt, heel erg nodig hebben.
Er is genoeg personeel om alle gewonden te verzorgen. "We redden het net, we kunnen zeven dagen in de week, tien uur per dag werken. Maar als het drukker wordt, gaan we het lastig krijgen. Bij grote drukte is er de mogelijkheid om patiënten door te verwijzen naar ziekenhuizen buiten de stad."
Guido Verschoor zegt dat zijn werk erg zwaar is. Maar ook heel mooi, haast hij zich erbij te zeggen. "Wij helpen natuurlijk mensen die het echt, echt, heel erg nodig hebben. Dat geeft heel veel energie. Het is vermoeiend werk maar het is de moeite waard."