"In mijn familie werd altijd gegrapt, zij is van de melkboer. Die man kwam bij ons thuis langs. Dan keek ik naar hem en dacht, nee dat geloof ik ook niet. Maar ik wist dat er iets niet klopte."
Donorkind Eefje Habets (33) kwam er pas laat achter dat haar vader niet haar biologische vader was. Haar moeder kwam pas met het echte verhaal nadat Eefjes oudere zus vragen ging stellen.
Donor Dirk Houtgraaf bracht tijdens zijn studententijd regelmatig een donatie naar het ziekenhuis in Wageningen. "Als je hierheen kwam leefde je bewust. Je at vegetarisch, wilde andere mensen helpen. Voor ons was sperma doneren gewoon helpen. En ik verdiende er een zakcentje mee."
In de jaren tachtig en negentig was anoniem sperma doneren vrij normaal. Er werd zelfs reclame voor gemaakt op universiteiten, zodat studenten wat geld bij konden verdienen. Meestal werd er vijfentwintig gulden per keer betaald.
Al dat anonieme zaad werd vervolgens gebruikt om mensen met vruchtbaarheidsproblemen te helpen, maar ook voor lesbische stellen of bewust alleenstaande moeders.
Veel discussie over de anonimiteit was er in eerste instantie niet. Het belangrijkste argument van de artsen en klinieken was dat het opheffen van anonimiteit het einde van de spermabank zou betekenen, omdat mannen dan niet meer zouden willen doneren.
Aan ouders werd geadviseerd om het kinderen vooral niet te vertellen, dat zou het minste problemen opleveren. En de ouders zelf leken ook weinig zin te hebben in een derde ouder die zich plotseling zou aandienen.
De kans om je vader te vinden als hij anoniem gedoneerd heeft is erg klein.
Eefje Habets' moeder werd zwanger van een donor omdat haar man een overerfelijke groeistoornis had. "Als kind dacht ik al dat hij niet mijn vader was. Toen ik vijftien was vertelde mijn moeder dat we kinderen van een zaaddonor waren, die anoniem had gedoneerd."
Eefje deed jarenlang weinig met die kennis. Toch besloot ze uiteindelijk op zoek te gaan. Ze schreef zich in bij FIOM, kenniscentrum voor Afstammingsvraagstukken, en de Stichting Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting. "De kans om je vader te vinden als hij anoniem heeft gedoneerd is erg klein. Maar ik ben nu, via commerciële dna-databanken, toch heel dichtbij."
Dirk Houtgraaf heeft zijn dna inmiddels ingeleverd bij de Nederlandse databanken, zodat hij gevonden kan worden door donorkinderen. "Ik besloot uit de anonimiteit te stappen omdat ik op tv iemand zag die op zoek was naar zijn biologische ouders. Ik zag hoe belangrijk het was en toen vond ik dat ik mij bekend moest maken. "
Eind jaren negentig laait de discussie over anonieme zaaddonoren op en in 2004 wordt een wet van kracht die anoniem doneren verbiedt.
Er is alleen maar geredeneerd vanuit wensouders.
Kinderen die na 2004 zijn geboren, kunnen op hun zestiende informatie over hun vader opvragen.
Die optie hebben kinderen van anonieme donoren niet. "Er is alleen maar geredeneerd vanuit wensouders", zegt Habets. "De artsen zeiden: het is maar zaad. Maar dat is het niet, het is de helft van de genen."