VS: in drie jaar 352 burgerdoden door luchtaanvallen tegen IS

De luchtaanvallen in Irak en Syrië door de coalitie onder leiding van de VS hebben sinds het begin van de operatie in 2014 het leven gekost aan ten minste 352 burgers. Dat is bekendgemaakt door het Amerikaanse ministerie van Defensie. 42 andere meldingen van burgerslachtoffers worden nog onderzocht.

Tussen november vorig jaar en maart van dit jaar vielen 45 burgerdoden bij de aanvallen, vooral bij de Iraakse stad Mosul. Volgens het Pentagon zijn ook nog eens tachtig doden sinds augustus vorig jaar niet in de officiële statistieken opgenomen.

Bij de cijfers zijn nog niet de slachtoffers opgenomen die vielen bij een aanval op IS in Mosul van 17 maart. Toen vielen volgens inwoners van de stad meer dan honderd doden.

Hoger aantal

Het door de VS genoemde aantal is fors lager dan dat van observatiegroeperingen als Airwars.org. Die zegt dat er sinds het uitbreken van de strijd al minimaal 3100 burgerdoden zijn gevallen.

Het Pentagon zegt in een verklaring het "onbedoelde verlies" van burgerlevens te betreuren. "We spreken ons diepste medeleven uit aan de families en anderen die door deze aanvallen zijn getroffen." Het ministerie zegt verder dat het alle mogelijke voorzorgmaatregelen heeft genomen om de burgerdoden te voorkomen.

Sinds half februari wordt er vooral rond Mosul hard gevochten tussen de internationale coalitie en IS. Het Iraakse leger veroverde het oosten van de stad. Het westen van Mosul is nog in handen van IS.

De Verenigde Staten begonnen in 2014 met de operatie tegen Islamitische Staat toen die organisatie grote delen van Irak veroverde, onder meer de steden Mosul en Fallujah.