Ja-stemmer baalt van laag percentage, nee-stemmer houdt hart vast
De een stemde 'ja' bij het Turkse referendum, de ander 'nee'. Maar de Turkse Nederlanders Hakan Külcü en Nilufer Kurttas zijn het over één ding eens: het resultaat van het referendum laat zien dat de verdeeldheid in Turkije groot is.
Toch is Nilufer Kurttas, die voor de grondwetswijziging stemde, vooral opgelucht dat het referendum nu voorbij is. "Niet zozeer vanwege het resultaat, maar met name omdat alles achter de rug is", vertelt ze in het NOS Radio 1 Journaal.
"Dat je, net als na de verkiezingen in Nederland, weer kunt ademhalen. Dat je een beetje lucht en ruimte hebt om na te denken en weer tot elkaar te komen, in plaats van elkaar in de haren te vliegen."
Kurttas had in Turkije meer ja-stemmers verwacht. "Als het een hoger percentage was geweest, had je meer achterban en volk mee voor de grondwetswijziging. Ik vind het jammer dat dit niet is gebeurd."
Ze gaat ervan uit dat veel van de plannen van president Erdogan nu wel ingevoerd worden. "Ik denk dat de keuze van het volk hier bepalend en leidend is. Hij zal een hoop kunnen doorvoeren, ja."
Door de strot geduwd
Advocaat en rechtsfilosoof Hakan Külcü stemde tegen de grondwetswijziging. Hij vindt het zorgelijk dat de macht van Erdogan steeds verder wordt uitgebreid.
"Zeker als ik zie dat hij het dna van het regeringssysteem gaat veranderen, terwijl eigenlijk één op de twee mensen daartegen is. Democratisch gezien zegt 51 procent: wij willen dit. Maar die andere 49 procent krijgt min of meer iets door de strot geduwd."
Hij werpt de vraag op of het moreel gerechtvaardigd is om dit soort veranderingen door te voeren met een krappe meerderheid. "Is dit verstandig, is dit wijsheid? Dan zeg ik nee. Er is allesbehalve eendracht in Turkije. Wat we zien is verscheuring, een soort vriend-vijand-denken, en dit zorgt er alleen maar voor dat dat groter wordt."
We hebben hier een schip met één kapitein met 80 miljoen mensen erop, van wie de helft niet op het schip wil zijn.
De advocaat stelt dat alles straks bepaald wordt door één iemand: Erdogan. "We hebben hier een schip met één kapitein met 80 miljoen mensen erop, van wie de helft niet op het schip wil zijn. Zover had het nooit mogen komen."
Külcü zegt dat de breuk in Turkije overal in het land zichtbaar is, en zelfs door hele families en vriendenkringen loopt. Hij vreest dat die niet meer te lijmen is. "Wat daar de gevolgen van zijn, weet ik niet. Maar ik houd mijn hart ervoor vast."
