Al bijna vijftig jaar wonen er mensen met een Turkse achtergrond in Rotterdam, toch lijken ze zich nog steeds niet thuis te voelen. Keer op keer uit zich dat ongenoegen, bijvoorbeeld bij het Turks referendum dat de Turkse president Erdogan heeft uitgeroepen om meer macht te krijgen.
De Nederlandse Turken mogen vanaf woensdag hun stem uitbrengen. Het lijkt erop dat een grote meerderheid Erdogan wil steunen met een ja-stem. Vooral bij jonge Turkse Rotterdammers die in Nederland geboren en getogen zijn, is de band met het land van de voorouders groot.
Kiezen
Volgens oud-wethouder van Rotterdam Hamit Karakus komt dat niet omdat ze niet zijn geïntegreerd maar omdat ze nooit zijn geaccepteerd. "De Nederlandse samenleving moet accepteren dat het onze jongens zijn. Met hun goede en hun slechte kanten. Als we dat doen, dan hebben ze minder moeite helemaal voor Nederland te kiezen."
Onrust in Rotterdam rondom de Turkse gemeenschap is niet nieuw. In 2013 en eerder, in de jaren zeventig, liepen de gemoederen ook al hoog op.
Volgens de oprichter van het standbeeld voor de gastarbeider, Ömer Ilik, is het probleem alleen op te lossen als de Turkse Rotterdammers ook echt mee kunnen doen in de samenleving.
Vriendjespolitiek
Toen er door Turkse voorkeurstemmen in 2013 eindelijk twee bestuurders met Turkse achtergrond werden gekozen in de deelgemeente Feijenoord, dacht men dat ook de Turkse Rotterdammer eindelijk een stem kreeg. Maar toen de politici na een paar jaar al moesten opstappen vanwege vermeende vriendjespolitiek, was de teleurstelling groot.
En toen de rechter later bepaalde dat het onderzoek naar vriendjespolitiek niet correct was uitgevoerd, verloren veel Turkse Rotterdammers het vertrouwen in de bestaande partijen, volgens buurtwerker Ilik.
Het is volgens Ilik dan ook geen verrassing dat zijn landgenoten massaal op Denk stemden bij de laatste verkiezingen.
Turks referendum
Veertig procent van de bewoners van de Rotterdamse wijk Feijenoord is Turks en toch voelen de mensen niet dat ze worden gehoord. Dat maakt ze vatbaar voor avances van een Turkse president die wel de indruk wekt dat ze belangrijk zijn, denkt Ömer Ilik.
"Als de Turken het gevoel hebben dat ze hier niet welkom zijn, menen ze dat ze een reserveland nodig hebben. Dat is een slechte ontwikkeling."
Ilik legt ook uit dat Nederland de criteria voor integratie steeds heeft aangepast en dat dat ook tot frustratie leidt "Vroeger was het belangrijk dat je de taal sprak en een baan had. Nu is de belangrijkste vraag: heb je wel voor Nederland gekozen. Maar veel mensen kunnen niet kiezen. Turkije is de moeder en Nederland de vader."