Rohingya-vluchtelingen vertellen over stelselmatig geweld van leger Myanmar
"Twaalf militairen drongen om vier uur 's nacht mijn huis binnen. Acht militairen vertrokken weer, maar vier bleven. Ze verkrachtten me een voor een, gedurende anderhalf uur." De 16-jarige Akhtara wist na de verkrachting met hulp van dorpsgenoten te vluchten uit het noordwesten van Myanmar. Ze is Rohingya, een moslimminderheid in het overwegend boeddhistische Myanmar. Akhtara zit nu veilig in een vluchtelingenkamp in buurland Bangladesh.
Rohingya-vluchtelingen zeggen dat mensen door het leger van Myanmar stelselmatig worden vermoord, gemarteld of verkracht. Dat gebeurt al maanden, sinds het leger in Myanmar een operatie begon in het noordwesten van het land, waar de meeste Rohinhyas wonen.
De VN-Mensenrechtenraad kondigde daarom deze week aan een onderzoek in te stellen naar misstanden in het noordwesten van Myanmar. De Europese Unie had de VN-raad hierom gevraagd.
Afgelopen maand verscheen al een VN-rapport over de situatie in de deelstaat Rakhine, op basis van vraaggesprekken met gevluchte Rohingya's. Het rapport bevestigt de verhalen van de vluchtelingen. Volgens de VN is er in Rakhine waarschijnlijk sprake van misdaden tegen de menselijkheid en etnische zuivering.
Filmploegen van internationale persbureaus gingen deze week naar een kamp in Cox's Bazar in het zuidoosten van het land. Ze spraken daar over de misstanden van de militairen, onder meer met vrouwen die Myanmar noodgedwongen hebben moeten verlaten.
Rohingya-mannen hebben het onder de veiligheidsoperatie van het leger net zo zwaar. Als ze niet vermoord of gemarteld worden, dan wacht hen in veel gevallen zeker een zware mishandeling. "Ze sloegen me met de achterkant van een geweer", zegt de 70-jarige Shamsu. Hij kreeg de klappen al een paar weken geleden, maar naar eigen zeggen kan hij nog steeds niet lopen.
Mohammad Idris, een twintiger, ligt in een tent met pijnlijke schouders, een zere borst en een kreupele knie. "Ze hebben ons zo hard mishandeld. Ze hebben me geslagen en mijn vader en één van mijn broers gedood."
Het is onduidelijk of het onderzoek van de VN op korte termijn kan beginnen. Een Myanmarese regeringswoordvoerder noemde het onderzoek door de internationale organisatie "onacceptabel".
China en India toonden zich ook sceptisch over het besluit om een onderzoeksteam naar Myanmar te sturen. De Chinese delegatie bij de VN liet weten dat de problematiek van de Rohingya "niet van de ene op de andere dag kan worden opgelost".