Afgevaardigden: geen bewijs voor afluisteren van Trump
Meerdere Republikeinse en Democratische afgevaardigden hebben vandaag gezegd dat ze geen bewijs hebben gezien dat voormalig president Obama zijn opvolger Trump heeft laten afluisteren. Begin deze maand beschuldigde Trump zijn voorganger van het afluisteren van zijn telefoons.
Hiermee neemt de druk op de president toe. Een groeiend aantal Republikeinen dringt erop aan dat Trump zijn excuses aanbiedt. Ze willen dat Trump zijn beschuldigingen intrekt of dat hij op zijn minst uitlegt waarop die aantijgingen gebaseerd zijn.
"Ik weet niet wat de basis is voor de bewering van Trump", zei de Republikeinse senator Susan Collins bij NBC. "Ik vind dat hij ons die uitleg schuldig is." Trump komt niet met bewijzen voor de afluisterpraktijken en zegt ook niet hoe hij erachter is gekomen.
Hoorzitting FBI-directeur
Het kamp-Obama sprak de aantijgingen van Trump meteen na de beschuldigingen al tegen. Volgens een woordvoerder heeft niemand in het Witte Huis zich tijdens Obama's presidentschap ooit bemoeid met justitiële onderzoeken en kan Obama dus ook niet het bevel hebben gegeven om wie dan ook af te luisteren.
Een paar dagen geleden bleek ook dat er volgens de leiders van de Senaatscommissie voor de inlichtingendiensten geen bewijs is voor de afluisterpraktijken waarover wordt gesproken. De inlichtingencommissie van het Huis van Afgevaardigden kwam een dag eerder tot dezelfde conclusie.
FBI-directeur Comey wordt morgen tijdens een publieke hoorzitting ondervraagd over de Russische hackers die de Amerikaanse verkiezingen beïnvloed zouden hebben. In dit gesprek komen ook de beschuldigingen van Trump aan het adres van Obama aan bod.