Dijksma heeft grote zorgen over Europees klimaatbeleid
Nederland maakt zich grote zorgen over het Europese klimaatbeleid, nu Europa mogelijk gaat instemmen met een voorstel om de CO2-uitstoot minder te beperken dan beoogd. Dat zei staatssecretaris Dijksma in het NOS Radio 1 Journaal.
De Europese milieuministers zijn vandaag in Brussel bijeen. EU-voorzitter Malta komt daar, mede op aandringen van een aantal Oost-Europese landen, met een voorstel om de CO2-emissie niet met 2,4 procent per jaar af te laten nemen maar met 2,2 procent. Dat zou in 2050 tot een reductie van 85 procent in plaats van 93 procent leiden.
Ook gebeurt er niets aan de gratis emissierechten waarmee sommige bedrijven soms compensatie krijgen.
Ambities
Dijksma maakt zich grote zorgen over die ontwikkelingen. Als het niet lukt om de oorspronkelijke ambities uit te voeren, overweegt Nederland om met een aantal landen, zoals België, Denemarken, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk, een Europese "kopgroep" te vormen die een soort eigen ETS (Emissions Trading Scheme, het verhandelen van uitstootrechten) gaat opzetten.
Dat kan wat Dijksma betreft mogelijk ook samen met landen en regio's die al werken aan de beprijzing van CO2-uitstoot, zoals Canada en de Amerikaanse staten Oregon, Vermont en Californië.
Dijksma: "Onze hoop was gevestigd op het Europees Parlement, maar dat heeft een weinig ambitieus plan gesteund. Nu is het aan de ministers van de Europese landen."
Pact met de duivel
Omdat niet alle neuzen dezelfde kant op staan en een aantal Oost-Europese landen de ambities wil temperen, moet er volgens Dijksma een "pact met de duivel" gesloten worden. Ze hoopt dat de ministers vandaag toch nog met de oorspronkelijke uitstootdoelstellingen instemmen. Maar als dat niet lukt is het tijd voor plan B, de kopgroep van een aantal landen binnen Europa.
Dijksma erkent dat Nederland - zoals critici benadrukken - ook zelfstandig prijzen kan afspreken voor bedrijven om zo de CO2-uitstoot terug te dringen. "Maar het is ook een feit dat we bijna allemaal vinden dat het beter werkt als we het in Europees verband gaan doen", aldus de staatssecretaris.
Als dat niet lukt met de steun van alle landen moet er zo'n kopgroep komen. "We hebben allemaal onze handtekening onder Parijs gezet, maar wij willen niet wachten tot iedereen daadwerkelijk meedoet."