Ingegooide ruiten, bekladdingen en zelfs brandstichting in huizen van statushouders haalden afgelopen jaar regelmatig het nieuws. De politie, gemeenten en Vluchtelingenwerk kunnen echter niet zeggen of er sprake is van een toename van geweld met een xenofobe achtergrond, omdat de cijfers niet bij worden gehouden.
Vlak voor kerst werd er ingebroken en brand gesticht in het huis van een Syrische vluchteling in Zwijndrecht, die op dat moment naar Nederlandse les is. Het vuur richt in het trappenhuis flinke schade aan: de muren zijn nog steeds zwartgeblakerd. Het huis zelf is onbewoonbaar en daarom logeert de Syriër nog steeds bij vrienden en familie. Zijn gezin komt binnenkort over in het kader van gezinshereniging.
“Ik heb me uitgesloofd om het huis klaar te maken in de hoop dat ze het verschil met Syrië zouden voelen. Maar nu is alles kapot gemaakt”, zo vertelt de Syriër, die anoniem wil blijven. Het spaargeld voor de vliegtickets van zijn gezin is bij de inbraak gestolen. “Als ze hier alleen kwamen om dingen te stelen waren ze na hun daad wel direct vertrokken. Maar voor mij kan deze brandstichting alleen maar een racistische daad zijn.”
Ook verschillende buren vermoeden een racistische achtergrond. Coby Paans: "Twee maanden geleden zagen we ineens een streep verf op zijn raam en ook bij de Antillianen in de straat. Dat vonden we al raar, waarom alleen bij hen? Als er dan brand wordt gesticht ga je toch denken ‘is dit racisme?’."
De incidenten komen regelmatig in het nieuws, maar er zijn geen cijfers waaruit de omvang van dergelijke intimidaties duidelijk wordt. Er wordt niet altijd aangifte gedaan en als er wel een aangifte is dan blijven de daders, en dus hun motieven, meestal onbekend. Daarnaast maakt de politie geen onderscheid in slachtoffers, of het nu homo’s, joden of moslims betreft. Een brandstichting gaat dus de statistieken in als brandstichting, en niet als mogelijk racistisch geweld.
“Er is sprake van een cirkelredenering", zegt politicoloog Rob Witte. "Registraties zijn niet op orde, waardoor men zegt: ‘er is geen structureel probleem’, en daardoor wordt vervolgens de registratie ook niet verbeterd." Witte promoveerde op ‘overheidsreacties op racistisch geweld’ en bestudeerde gevallen van 1950 tot 2010. "Mijn conclusie is dat het structureel gebeurt."
Kwajongensstreken
Het valt Rob Witte verder nog op dat de incidenten niet altijd even serieus worden genomen: "We hebben met name lokaal een neiging om het te bagatelliseren. Het worden vaak kwajongensstreken genoemd."
In Woerden bestormden mannen een noodopvang met zwaar vuurwerk en in Pannerden werden twee mannen aangehouden voor een aanval op het huis van een Somalisch gezin. Zowel bewoners in Montfoort als Pannerden spreken tegen Nieuwsuur over de daders en verdachten van racistisch geweld als ‘kwajongens’.
Cijfers
De Anne Frank Stichting monitort jaarlijks racisme, antisemitisme en extreem-rechts geweld. Daaruit blijkt dat discriminatie van moslims en het uitschelden van moslims in 2015 is verdubbeld. Maar dat is nog maar het topje van de ijsberg, zegt onderzoeker Willem Wagenaar. "We weten zeker dat we niet alles vinden, er is sprake van onderrapportage.” Racistisch geweld tegen moslims of vluchtelingen wordt niet apart benoemd.
We willen er goed zicht op krijgen want er is veel spanning en polarisatie in de samenleving
Ook de Nationale Politie analyseert sinds afgelopen jaar aangiften, op zoek naar aanwijzingen van discriminatie en racisme. Haar tweede rapport wordt dit voorjaar verwacht. Volgens Peter Slort van de politie zal dan ook meer inzicht kunnen worden gegeven over de omvang van racistisch geweld.
“We willen er goed zicht op krijgen want er is veel spanning en polarisatie in de samenleving", aldus Slort. "Het is enorm belangrijk om te zien wat de ontwikkelingen zijn zodat we samen met gemeenten en wijkagenten vroeg kunnen inspringen op trends."