Feras uit Idlib: we zijn bang dat het hier een tweede Aleppo wordt
"Natuurlijk zijn we blij dat de burgers uit Oost-Aleppo worden gered, maar we zijn ook bang dat het probleem nu deze kant op komt", vertelt Feras. Hij woont in de Syrische provincie Idlib, en heeft contact met de NOS via WhatsApp en Skype. De laatste dagen worden burgers en rebellen uit Oost-Aleppo naar deze regio geëvacueerd.
"Veel vrienden en familie zijn de laatste dagen naar de grens bij Turkije gevlucht, omdat ze bang zijn voor de gevolgen van de val van Aleppo", gaat de 24-jarige Feras verder. "Nu gaat Assad zich richten op de rebellen in deze regio en wordt hier de komende tijd misschien ook alles gebombardeerd."
We willen wel ons eten delen, maar zo wordt onze situatie ook alleen maar slechter.
De inwoners van Idlib zijn niet alleen bang voor de bombardementen, ook voor schaarste. "We hebben nu al een tekort aan water, eten en elektriciteit. Die dingen moeten we voortaan gaan delen. We willen echt wel ons eten delen, maar zo wordt onze situatie ook alleen maar slechter."
Toch proberen ze zoveel mogelijk te helpen, zegt de jonge Syriër. "Veel mensen gaan naar de ziekenhuizen om daar te assisteren. Ook bieden mensen hun huizen aan zodat de vluchtelingen uit Oost-Aleppo er kunnen wonen, of op zijn minst logeren."
Helpen willen ze allemaal, zolang Assad maar uit de buurt blijft, zegt Feras. Want écht vluchten, dat kan niet. Vluchtelingen uit Syrië komen Turkije niet in. "De grens is dicht. Daarom zijn ze daar tenten op aan het zetten om te overnachten. Als dan ooit de grens open gegooid wordt, kunnen zij als eerste wegkomen."
'Ik ga in Idlib een nieuw leven opbouwen'
Feras woont al zijn hele leven in Idlib, Modar is er pas net. Thuis voelt hij zich nog niet. De 28-jarige Modar werd donderdag geëvacueerd uit Oost-Aleppo en woont nu bij een vriend. "Ik moet hier helemaal opnieuw beginnen. Ik ga op zoek naar een huis, een auto, een baan en ik wil verder gaan met studeren."
Vorige week kwam hij aan in Idlib, de provincie die Modar "het platteland" noemt. Daar werd hij opgewacht door een aantal vrienden, die hij op de hoogte van zijn evacuatie had gebracht via WhatsApp. "Ik had ze al gewaarschuwd: we zijn met duizenden, dus het kan dat jullie mij niet vinden." Toch lukte het en bracht een vriend Modar en zijn spullen naar zijn huis. Daar logeert hij nog steeds.
"In het begin kon ik nog helpen als verpleger. Dan ging ik naar de ziekenhuizen om de evacués te verzorgen en de doktoren te helpen. Maar omdat mijn vrienden elke dag weer op andere plekken helpen, heb ik geen vervoer meer."
Modar hoopt dat hij snel weer kan studeren en werken. Hij studeerde Engels in Oost-Aleppo en werkte als verpleger. "Een aantal leerlingen uit mijn klas is ook hier en we wachten nu op onze leraren. Zij zullen een plek uitkiezen waar we weer kunnen studeren." Daar hoopt hij dan ook een huis in de buurt te vinden. "Ik heb een beetje geld gespaard de laatste tijd en dat kan ik investeren in een huis. Maar eerst moet ik nog een baan vinden, want ik heb nog niet genoeg geld."
Te gevaarlijk voor familie
Als hij een huis heeft, hoopt hij ook zijn familie naar Idlib over te brengen. Zij zijn nu niet bij hem. "Het was te gevaarlijk voor mijn familie. Daarom zijn zij ergens anders heen gegaan." Modar wil niet zeggen waar, want dat brengt zijn familie in gevaar. "We hebben al twee familieleden verloren de laatste dagen, ik wil ervoor zorgen dat de rest veilig blijft."
En als het niet lukt om een nieuw leven te beginnen in Idlib, heeft hij nog een ander plan. "Misschien vertrekken we wel naar Turkije als het hier slecht wordt, of gevaarlijk." Maar dan moeten de grenzen wel open zijn.