"We moeten onze cyberspace beschermen", zegt vice-president van de Europese Commissie (belast met digitaal verkeer) en voormalig minister-president van Estland tijdens de Russische cyberaanval op Estland in 2007, Andrus Ansip.
"Geen enkele EU-lidstaat kan in zijn eentje zich verdedigen tegen cyberaanvallen. We moeten samenwerken."
Ansip doet de oproep, nu vanuit de regering van president Obama steeds nadrukkelijker naar de Russische president Poetin gewezen wordt in het schandaal over de gehackte Democratische e-mails. Met bewijzen komt het Witte Huis echter niet.
Volgens perschef Josh Earnest konden de Russische hackers alleen hun gang gaan omdat ze toestemming hadden van de allerhoogste functionarissen. Daarmee doelde hij op president Poetin, en hij wordt in die visie ondersteund door de Amerikaanse inlichtingendiensten.
Estland
In 2007 kreeg Estland te maken met een cyberaanval nadat een oorlogsmonument van het centrum naar het kerkhof werd verplaatst. Ansip was toen minister-president van het land.
"Er waren toen mensen in het Kremlin die zeiden dat zij erachter zaten. Dus in die zin ben ik niet verrast dat de Russen achter de cyberaanvallen in de Verenigde Staten zitten."
