Er rust een taboe op seksueel misbruik. Maar het taboe op seksueel misbruik van mannen door vrouwen is nog veel groter. Daarom moet er meer aandacht en een onderzoek komen naar zedenmisdrijven door vrouwen, vinden de politie en zedendeskundigen.
Aanleiding is een Amerikaans onderzoek. Daaruit blijkt dat mannen veel vaker worden misbruikt door vrouwen dan over het algemeen wordt aangenomen. Zo zou misbruik bij twee derde van de mannen door een vrouw zijn gepleegd.
Zijn de Amerikaanse cijfers vergelijkbaar met de situatie in Nederland? Daar lijkt het op papier niet op. Wereldwijd wordt aangenomen dat ongeveer vijf procent van de zedenmisdrijven wordt gepleegd door een vrouw. En verschillende hulpinstanties in Nederland gaan ook uit van dat getal.
En juist daar zit het probleem: waarschijnlijk gebeurt het veel vaker. Het is alleen onduidelijk hoe hoog het dark number is.
Dat we het echte aantal door vrouwen misbruikte mannen niet kennen, heeft vooral met schaamte te maken. "Een man hoort stoer te zijn, altijd seks te willen en sterk te zijn. Als je wordt misbruikt door een vrouw, voldoe je niet aan het stereotype", zegt Miriam Wijkman van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Zij onderzocht twee jaar geleden 135 rechtszaken tussen 1993 en 2008 met vrouwelijke zedenverdachten. Zij concludeerde dat slachtoffers van vrouwen minder snel aangifte doen, omdat ze denken dat ze toch niet worden geloofd.
Bij De Waag, een centrum waar zedendelinquenten worden behandeld, komt zelden een vrouw over de vloer die iets dergelijks gedaan heeft. "Je kunt wel zeggen dat dat er dus te weinig zijn op basis van de onderzoeksgegevens", stelt Evelyn Klein Haneveld, hoofd behandelzaken bij De Waag. "Het staat buiten kijf dat een vrouw als zedendader een onderbelicht probleem is dat erkend moet worden."
De kinderen liggen voor moeders als het ware voor het oprapen.
De gedachte dat vrouwen niet in staat zijn om mannen of kinderen te misbruiken, heeft volgens Klein Haneveld vooral te maken met stereotypen in de samenleving. "We zien vrouwen als relatief onschuldige, verzorgende types."
En juist in een verzorgingsrelatie vindt het misbruik vaak plaats. Bij 70 procent van de vrouwelijke zedendelinquenten is een kind het slachtoffer.
Dat heeft te maken met de traditionele positie van een vrouw in een gezin, stelt Klein Haneveld. "Kinderen zijn voor hen relatief heel toegankelijk. De slachtoffers liggen als het ware voor het oprapen. Daarom zijn het waarschijnlijk zo vaak kinderen, terwijl er vermoedelijk maar heel weinig vrouwen zijn met een exclusieve seksuele voorkeur voor kinderen."
Een misbruikte jongen wordt bijvoorbeeld betast tijdens het douchen of extra lang 'gewassen', weet Yet van Mastrigt, zedenspecialist bij de politie. De drempel voor jongens en mannen om zich te melden bij de politie ligt hoger dan bij meisjes en vrouwen, zegt zij. "Een meisje kan zeggen: die verkrachting overkwam me. Als een jongen een stijve krijgt – en daar kun je fysiek dan niet eens iets aan doen – dan is dat voor jongens lastig uit te leggen."
Jaarlijks komen er bij de politie ongeveer 15.000 meldingen binnen over misbruik. Daarbij zijn duizenden mannen verdacht en tientallen vrouwen. Dat geeft een vertekend beeld, zegt Van Mastrigt. Ze vergelijkt het met het taboe op huiselijk geweld. "Het duurde ook heel lang voordat de eerste man zich meldde bij het bureau met de boodschap: mijn vrouw heeft een strijkijzer in me gezet. Dat moet ook hier in werking worden gezet."
Wat zou helpen?
Hoe zorg je er nou voor dat misbruik door vrouwen uit de taboesfeer komt? Een spotje zou helpen, denkt Van Mastrigt. "We zien het weinig als politie, want wij moeten altijd afwachten wat erop ons afkomt. Daarom moet je helemaal aan het begin zitten: zijn die mensen er en hoe komt het dat het niet naar boven komt? Vrouwen kunnen ook daders zijn. Mannen zullen zich erin herkennen en hopelijk hulp zoeken."
Daarnaast zou het goed zijn als vanuit de politie en het Openbaar Ministerie bij elke zaak een psychologisch onderzoek en een reclasseringsadvies wordt aangevraagd, denkt Klein Haneveld. "Dan komen deze vrouwen in de zorg terecht. We weten namelijk dat het een groep is met veel problemen en dat ze in behandeling moeten komen om recidive te voorkomen. Zo kunnen we ze ook beter wetenschappelijk onderzoeken."