Het aantal meer-oudergezinnen neemt toe in Nederland. Morgen brengt de Staatscommissie 'Herijking Ouderschap' na twee jaar studie een advies uit aan minister Ard van der Steur van Justitie. De maatschappij verandert en de politiek wil duidelijkheid of er aanpassingen moeten komen in het familierecht.
"Er zijn geen officiële cijfers, maar de belangstelling voor informatie-avonden over andere vormen van ouderschap is de afgelopen vijf jaar vertienvoudigd", zegt Philip Tijsma van het COC. "Van ongeveer negentig, vooral lesbische moeders per jaar, naar bijna duizend homo’s en lesbiennes (en hetero’s) per jaar."
Juridisch ouder
In het Overijsselse Giethoorn zijn de dorpsgenoten er al aan gewend. Een gezin met vier ouders zorgt sinds anderhalf jaar gezamenlijk voor zoontje Quinten. "We wonen dicht bij elkaar", zegt de biologische moeder Gabriella. "De ene week is Quinten bij ons, de andere bij zijn papa's Frank en Steven."
Maar wie doet wat? En wie mag wat? De wet erkent de constructie van een meer-oudergezin niet. Volgens de huidige wet kunnen hooguit twee mensen juridisch ouder zijn van het kind en daarover gezag uitoefenen.
"Twee van ons komen er nu bekaaid vanaf, de niet-biologische ouders. Wij willen ook voor de wet een kind hebben. Want zo voelt het namelijk wel", zegt niet-biologische moeder Marianne.
Tijsma: "Wat misschien wel het meest schrijnend is, is het gebrek aan erkenning: het is aan kinderen (en ouders) niet uit te leggen dat ze vanaf dag één een volwaardige vader/moeder voor het kind zijn, maar dat de wet dat op geen enkele manier erkent."
Regenboog
Op een Utrechtse woonboot woont de anderhalf jaar oude Keet met haar twee vaders Pepijn en Ivo. Haar moeder Janette woont op loopafstand elders in de stad. Pepijn is de biologische vader. Ze noemen zichzelf de Regenboog Familie. Pepijn: "We zijn gewoon één gezin met twee huishoudens."
"Ik voel me volledig, honderd procent vader. Ik heb nooit het idee gehad dat ik een derde wiel aan de wagen zou zijn. Het is volkomen gelijkwaardig", zegt Ivo, partner van Pepijn. De drie opvoeders hebben vaste afspraken gemaakt over de verzorging en opvoeding van Keet en dat in een co-ouderschap vastgelegd.
Helene Faasen is notaris en op haar kantoor komen veel meer-oudergezinnen die hun afspraken willen vastleggen. "Ons kantoor geeft al twintig jaar adviezen, eerst vooral aan lesbische stellen, die een donor hadden op afstand. Maar andere gezinssamenstellingen groeien nu heel hard."
"Sociaal kunnen we van alles regelen in contracten, maar als de wet anders zegt, dan is dat niets meer dan een gezamenlijke afspraak", zegt Faasen. "Bij ruzie kunnen ouders elkaar op een nare manier buiten spel zetten."
Handtekeningen
De problemen van meer-oudergezinnen zijn talrijk. Niet-biologische ouders kunnen geen paspoort aanvragen voor hun kind, niet vrij reizen en zijn niet beslissingsbevoegd als hun kind in het ziekenhuis ligt. De huidige situatie geeft veel rompslomp en veel onzekerheid, vinden veel ouders.
Tegenstanders zijn er ook. Want wat gebeurt er als er een conflict is tussen de verschillende ouders? "Moet een rechter dan alsnog twee ouders aanwijzen? De kans op problemen is groter als er vier ouders zijn betrokken bij een kind", schrijft Machteld Vonk van de Universiteit Leiden.
Zij bekeek de situatie in Canada, dat al wel een constructie kent voor meer-oudergezinnen. Sinds enkele jaren bestaat daar de mogelijkheid om met drie personen ouder te zijn.
Aan de Staatscommissie 'Herijking Ouderschap' de taak om een nieuwe structuur voor kinderen en hun meervoudige ouders te bedenken die het kind beschermt. Om aan te dringen op een nieuwe wet, bood het COC minister Van der Steur en de Tweede Kamer recent nog vijfduizend handtekeningen aan.