NOC*NSF reduceert begroting zwemmen, atletiek krijgt meer geld
Sportkoepel NOC*NSF heeft op Papendal de topsportgelden richting de Olympisch Spelen van 2020 in Tokio bekendgemaakt. Een budget van 24,8 miljoen euro is voor 2017 verdeeld over 62 topsportprogramma's, dat zijn er zeven meer dan de afgelopen cyclus, die over vier jaar ging. Nu worden de toekenningen per jaar opnieuw beoordeeld. Er was door de bonden 28,8 miljoen euro aangevraagd voor topsportprogramma's.
Zwemmen, dat in het bad in Rio teleurstelde, moet geld inleveren. Zwemmen kreeg afgelopen jaar 1,5 miljoen euro en gaat terug naar 1.260.000 euro.
Ook golf en tafeltennis (vrouwen) leveren geld in, maar onder meer squash, rugby sevens en mountainbike krijgen helemaal geen vergoeding meer.
Atletiek stijgt
Atletiek is de meest in het oog springende stijger met een stap van 907.820 euro naar 1.225.000 euro. Ook boksen (185.000), basketbal (vrouwen, 350.000), turnen (vrouwen, 500.000) en boccia (paralympisch, 145.000) krijgen meer geld.
Opvallend is dat judo, dat in Rio onder de maat presteerde, toch meer geld krijgt. De JBN gaat van 1,35 miljoen naar 1,5 miljoen euro. Waarschijnlijk speelt mee dat de judoka's na Rio op Papendal gaan trainen. Die centralisatie was een eis van NOC*NSF.
Badminton, vier jaar geleden het grootste slachtoffer van het credo 'meer medailles in meer disciplines', keert terug als topsportprogramma bij NOC*NSF. Ook nieuw zijn: schoonspringen, softbal (vrouwen), waterpolo (mannen), wegrace en worstelen vrije stijl.
Van de vijf sporten die aan het olympische programma zijn toegevoegd krijgt alleen honkbal/softbal geld van NOC*NSF; karate, skateboarden, (branding)surfen en sportklimmen niet.
