Invalkracht op school niet meer te vinden door flexwet
Duizenden leerlingen van basisscholen zijn het afgelopen jaar naar huis gestuurd, omdat er geen invaller te krijgen was toen hun juf of meester ziek was. Dat zeggen basisscholen in een onderzoek van de PO-Raad, de belangenorganisatie voor schoolbesturen. Belangrijkste oorzaak is volgens de scholen de Wet werk en zekerheid (WWZ), waardoor ze invalkrachten nog maar een paar keer mogen vragen, voordat ze hun een vaste baan moeten aanbieden.
Bijna alle scholen die meededen aan het onderzoek, zeggen dat het steeds moeilijker wordt een invalkracht in te schakelen. Een kwart van die scholen heeft ten minste één keer een klas naar huis gestuurd. Meer dan de helft heeft klassen gedwongen samengevoegd.
Aan de enquête deden bijna 500 schoolbesturen mee, die tezamen 4500 scholen hebben, met in totaal ongeveer een miljoen leerlingen.
'Rampenwet'
Door de Wet werk en zekerheid moeten scholen leerkrachten na zes tijdelijke contracten in drie jaar een vast contract aanbieden. Zelfs een invalbeurt van een dagdeel geldt al als een tijdelijk contract. De nieuwe flexwet is bedoeld om mensen sneller aan een vaste baan te helpen. Maar scholen zeggen dat ze geen geld hebben voor meer vaste contracten. Ze huren daarom geen invallers meer in die aan de grens van het toegestane aantal tijdelijke contracten zitten.
Daar komt bij dat er in de helft van de regio's een lerarentekort is, waardoor ook nieuwe invallers moeilijk te vinden zijn. Invallers op hun beurt staan niet te springen om kortdurend in te vallen, omdat ze daarmee een contractbeurt verspelen. Ze willen alleen voor langere periodes komen werken.
De schoolbesturen zijn ook in de vrije antwoorden van de enquête negatief over de WWZ. "Een rampenwet", zo noemt een schoolbestuur de wet. Een ander bestuur spreekt van "een bureaucratische maatregel die zijn doel geheel voorbij schiet." Schoolbesturen melden dat de werkdruk toeneemt doordat het meer tijd kost vervanging te zoeken. Ook staan leerkrachten vaker voor samengevoegde klassen. Een deel van de scholen zegt dat kwaliteit van de lessen hierdoor onder druk staat.
Beter benutten?
De PO-Raad benadrukt dat scholen zich al maximaal hebben georganiseerd om de gevolgen van de wet op te vangen. Zo doen veruit de meeste scholen mee aan regionale invalpools. "Maar ook die raken sneller leeg dan verwacht," zegt Rinda den Besten van de PO-Raad. De raad wil dat minister Asscher een uitzondering maakt voor het onderwijs bij het maximum van tijdelijke contracten. "Dat hebben ze voor profvoetballers ook gedaan. Dan kan het helemaal voor een zaak van algemeen belang zoals het onderwijs."
De Algemene Onderwijsbond (AOb) steunt de roep om een uitzondering voor onderwijs niet. "Werkgevers hebben meer mogelijkheden dan invalpoules om voldoende invalkrachten te regelen. Bijvoorbeeld door andere contractvormen te geven. Ze laten kansen om jonge docenten contracten te geven, liggen. Terwijl we er juist voor moeten zorgen dat we deze mensen voor het onderwijs behouden. De vergrijzing zorgt straks ook in het basisonderwijs voor flinke tekorten."
Minister Asscher lijkt het met de AOb eens; hij heeft Jacques Tichelaar als verkenner aangesteld die scholen helpt alle mogelijkheden die er bestaan binnen de wet, beter te benutten. Zolang de PO-Raad en de AOb niet op één lijn zitten en gezamenlijk om een uitzondering voor onderwijscontracten vragen, kan ik niets doen, voegt Asscher daaraan toe.