Nederland en China staan voor enorme uitdagingen in de zorg. De komende jaren vergrijzen beide landen in razend tempo. In 2040 wonen er in Nederland twee miljoen mensen van boven de tachtig jaar, in China zijn er dan meer dan vierhonderd miljoen zestigplussers. Hele generaties zijn dan nodig om daarvoor te zorgen.
De oplossing zit in de thuiszorg, denken beide landen. China is geïnteresseerd in het Nederlandse systeem van wijkverpleging en ondersteuning thuis, terwijl Nederland wil leren over de sterke rol die familie en de lokale gemeenschap hebben in de zorg voor ouderen.
In Sjanghai traint thuiszorgorganisatie Buurtzorg Chinese verpleegkundigen. "Wij helpen met training en onderwijs, zo professioneel is het hier nog niet", zegt Irma Boogaard.
De Nederlandse organisatie sluit goed aan op de Chinese traditie om voor je familie te zorgen. Toch moeten Chinezen wennen dat er verpleegkundigen bij ze thuiskomen. "Dat is in China niet normaal. Als ouderen problemen krijgen, gaan ze naar het ziekenhuis voor een dokter en een behandeling", vertelt verpleegkundige Yu Ji.
In een buurtcentrum worden activiteiten georganiseerd voor ouderen, zodat ze niet vereenzamen. "Leven in de wijk en veel contact hebben met buren en familie. Het concept van buurtzorg is een goede module voor Chinese ouderen."
Afgelopen week bezocht een delegatie van het ministerie van Volksgezondheid de opening van het nieuwe buurthuis. Ook voor Nederland zijn bejaardentehuizen inmiddels een achterhaald begrip en heeft thuiszorg de toekomst.
"Wij zijn verpleeghuizen aan het afbouwen en zorg thuis aan het organiseren. In China moeten ze het allebei doen. Ze moeten én nieuwe verpleeghuizen bouwen én de zorg thuis beter organiseren", zegt Kees van der Burg, directeur-generaal Langdurige Zorg bij het ministerie van Volksgezondheid.
Door de eenkindpolitiek is het probleem van de vergrijzing in China nog groter dan in de rest van de wereld. Er zijn te weinig jongeren om voor de ouderen te zorgen.