Iedereen wil 't, niet iedereen krijgt het: loonsverhoging. Vandaag kwam vakbond FNV op de dag voor Prinsjesdag met zijn traditionele, jaarlijkse looneis. Dit jaar wil de bond dat iedereen met een cao er 2,5 procent bij krijgt. Maar of dat ook gaat gebeuren is nog een tweede. Dus, als je 't zelf moet doen: hoe pak je dat aan?
Geen idee waar je moet beginnen? Je bent niet de enige. Zelf word ik (de redacteur die dit schrijft) er ook ongemakkelijk van om het over mijn salaris te onderhandelen als ik tegenover mijn chef zit. En daar gaat het volgens onderhandelingsexpert Luc van Esch mis. "Dat het ongemakkelijk is, betekent niet dat je zo'n gesprek niet moet voeren."
Je moet je chef te vriend houden. Ben hard op de inhoud, maar zacht op de relatie.
"Als je niets vraagt, krijg je sowieso niets", zegt Luc. Hij geeft assertiviteits- en onderhandelingstrainingen. "Mensen met dezelfde functie als jij die meer verdienen, hebben bijna altijd om meer geld gevraagd." Daarvoor moet je trouwens wel iets te bieden hebben. "Lig je goed in de markt, werk je erg zelfstandig of begeleid je projecten? Dan weet je wat je meerwaarde is."
Heb je eindelijk het lef gevonden om om loonsverhoging te vragen, krijg je 'nee' te horen. "Daar gaat P&O over en die geven geen goedkeuring, zegt je leidinggevende dan. Zo komen ze makkelijk van je af." Maar ook daar heeft Luc tips voor. "Vraag wat je moet doen voor die verhoging. En houd je chef te vriend: wees hard op de inhoud, zacht op de relatie."
Heel veel mensen weten niet hoe met 'nee' om te gaan en zeggen dan 'ja, maar'...
Je kunt zo'n gesprek prima oefenen met vrienden, zegt Luc. "Heel veel mensen weten niet hoe met 'nee' om te gaan. Ze schieten in de verdediging en zeggen 'ja, maar', terwijl ze eigenlijk nieuwsgierig moeten blijven en vragen moeten stellen. Waarom geen verhoging? Wat zijn de redenen?"
Ongemak went.
Concrete afspraken zijn belangrijk. "Spreek bijvoorbeeld af dat je over een half jaar weer gaat zitten met je leidinggevende. Vraag specifiek wat je dan moet kunnen en luister goed naar wat wordt gezegd. Dan kun je daarop inspelen."
Uiteindelijk is het ook veel oefenen. "Denk niet, 'mijn chef heeft mijn verzoek afgewezen, zie je wel, ik moet het maar niet doen'. Je bent die ongemakkelijkheid niet gewend, maar probeer er toch mee om te gaan. En het ongemak went ook steeds meer."