Om slachtoffers van seksueel geweld beter te helpen, openen de komende maanden vier nieuwe Centra Seksueel Geweld (CSG's). De meeste slachtoffers verzwijgen de vaak traumatische gebeurtenis, om hulp wordt nauwelijks gevraagd. Wat maakt de drempel zo groot?
"Als je bent verkracht, wil je het liefst zo snel mogelijk naar huis om lang te douchen en daarna vergeten wat er is gebeurd", zegt hoofd van het CSG in Utrecht Iva Bicanic. "Zeker als je jong bent, denk je dat zwijgen het beste is. Maar vergeten gaat niet zomaar: je kan stressreacties krijgen zoals slaapproblemen en herbelevingen. Bijna de helft van de slachtoffers krijgt een posttraumatische stressstoornis."
Femke Alsemgeest (34) werd als twaalfjarig meisje van haar fiets getrokken en verkracht door een onbekende man. "Ik wist letterlijk niet hoe ik het aan iemand moest vertellen. Ook was ik bang dat ik mijn ouders er pijn mee zou doen."
'Ik bevroor'
Inmiddels heeft Femke een online platform opgericht waar slachtoffers van seksueel geweld anoniem hun verhaal kunnen doen. "Veel mensen die mij mailen, realiseren zich pas jaren na de gebeurtenis dat de herinnering niet verdwijnt als je gewoon doorgaat en doet alsof er niks is gebeurd."
Volgens Bicanic ervaren veel slachtoffers van seksueel geweld schuld en schaamte. "Een veelvoorkomende reactie is dat het slachtoffer zich verlamd voelt tijdens een aanranding of verkrachting. Daarna vragen ze zich af: waarom kwam ik niet in verzet? Soms leggen ze de schuld bij zichzelf."
Dat herkent ook Suus (23). Drie jaar geleden werd zij op vakantie in het openbaar aangerand. "Ik dacht altijd: als mij zoiets overkomt, dan geef ik meteen een klap. Maar ik bevroor. Daardoor bleef de dader me een paar minuten betasten."
In het geval van Femke en Suus was de dader een onbekende, maar volgens Bicanic wordt seksueel geweld in 85 procent van de gevallen gepleegd door iemand die het slachtoffer persoonlijk kent. "Bij jongeren zijn dat vaak leeftijdsgenoten, maar bijvoorbeeld ook ouders."
Juist dat maakt de drempel om hulp te vragen of aangifte te doen groot, zegt ex-teamchef zedenpolitie Yet van Mastrigt. "Stel dat het je vader is, of een hockeytrainer die je eigenlijk best leuk vindt. Dan melden veel slachtoffers het niet uit angst dat de dader gestraft wordt."
Van Mastrigt denkt dat de opening van de nieuwe CSG's het voor slachtoffers van seksueel geweld makkelijker maakt om een delict te melden. "Daar zet je de eerste stap niet naar politie, maar naar een hulpverlener. Als een slachtoffer dat wil, kan er vervolgens aangifte worden gedaan."