Helft slachtoffers verkrachting eerder misbruikt
Bijna de helft van alle verkrachtingsslachtoffers die zich in de dagen na een verkrachting melden bij de Centra Seksueel Geweld zijn eerder slachtoffer geweest van seksueel misbruik of mishandeling. Dat meldt het Centrum Seksueel Geweld Utrecht op basis van onderzoek bij driehonderd verkrachtingsslachtoffers. Het Utrechtse centrum maakt deel uit van het UMC Utrecht.
De twaalf Centra Seksueel Geweld (CSG) willen die kans op herhaling van seksueel misbruik verkleinen door slachtoffers zo snel mogelijk na een verkrachting gecoördineerd hulp te verlenen. Vanaf 2017 zijn er zestien centra verspreid over het hele land. Die zijn dag en nacht bereikbaar via 0800-0188.
Samenwerking
Het is cruciaal dat slachtoffers van verkrachting niet alleen snel medische en psychologische hulp krijgen, maar ook dat forensische sporen van het misdrijf veiliggesteld worden. In de CSG's werken artsen, verpleegkundigen, psychologen, seksuologen, maatschappelijk werkers en forensische deskundigen van de politie samen. Ze zijn opgezet naar Scandinavisch model. "Ze werken een beetje naar analogie van de brandwondencentra", zegt Iva Bicanic, de landelijk coördinator van de CSG's. "Kom zo snel mogelijk om littekens op lange termijn te voorkomen."
Bijna de helft van de verkrachtingsslachtoffers krijgt binnen een half jaar last van een posttraumatische stressstoornis. PTSS verhoogt de kans om opnieuw slachtoffer te worden van seksueel geweld. "PTSS maakt je kwetsbaarder voor herhaald slachtofferschap",
De Centra richten zich volgens Bicanic vooral op "de 62.000 jongeren die jaarlijks voor het eerst seksueel geweld meemaken." Het goede nieuws is dat er tegen PTSS bewezen effectieve behandelingen bestaan, vertelt ze. "Zonder PTSS is het risico kleiner dat je nog eens seksueel geweld meemaakt."
Inzicht
"Wij hebben nu inzicht verkregen in die groep verkrachtingsslachtoffers. De ene helft maakt het voor het eerst mee. Voor die groep willen we voorkomen dat ze psychische problemen krijgen door zo snel mogelijk hulp te bieden, zodat het bij die ene keer blijft. Die andere groep, die het al vaker heeft meegemaakt en die daar psychische problemen aan heeft overgehouden, wil je zo snel mogelijk behandelen met bewezen effectieve methoden."
Als slachtoffers binnen een week behandeld worden, verkleint dat volgens Bicanic de kans op medische en psychische problemen aanzienlijk. Hoe eerder de politie sporenonderzoek kan doen, hoe groter de kans dat daders gepakt worden.
"Doordat mensen zo snel bij ons komen kunnen onze psychologen al snel vaststellen of het bij dit slachtoffer om een eerste verkrachting gaat of dat iemand al vaker misbruikt is. En die twee groepen hebben andere zaken nodig."