De politieke partijen lopen leeg. Nog maar twee procent van de bevolking is lid van een politieke partij. En dat is een probleem. Want uit dat hele kleine groepje leden komen alle wethouders, Kamerleden en ministers voort. De Nederlandse bestuurders worden dus gerekruteerd uit een steeds kleiner clubje mensen.
Nieuwsuur spreekt met Ron Meyer, partijvoorzitter van de SP, de grootste oppositiepartij, en met Henry Keizer, voorzitter van regeringspartij VVD. Hoe gaan zij ermee om?
Cynisch
Het groepje bestuurders is ook nog eens weinig representatief, want de leden van politieke partijen zijn gemiddeld vaak man, blank, hoogopgeleid en op leeftijd.
Henry Keizer maakt zich zorgen over de betrokkenheid van mensen bij de politiek. Hij en Ron Meyer proberen op hun eigen manier de Nederlandse burger weer te motiveren voor de politiek. "Ik denk dat als wij er niet in slagen om mensen te betrekken bij standpunten, dan worden mensen cynisch. Dan gaan ze op een gegeven moment helemaal niet meer stemmen", zegt Meyer.
Wij gaan naar zoveel mogelijk mensen toe om te vragen: wil je met ons mee doen?
Keizer organiseert daarom een ‘VVD-dag’, een partijbijeenkomst waar voor het eerst ook niet-leden zijn uitgenodigd. Op de bijeenkomst wordt niet gesproken over notulen en partijbegrotingen, maar kunnen burgers meepraten over allerlei actuele thema’s zoals terrorisme en ouderenzorg.
Bredere ideologie
Ook Ron Meyer probeert mensen te prikkelen op concrete en aansprekende thema’s. Hij gaat langs de deuren om mensen te vragen mee te doen aan zijn actie rond het ‘Nationaal Zorgfonds’, een plan van de SP om het eigen risico in de zorg af te schaffen.
Meyer: "Wij gaan naar zoveel mogelijk mensen toe om te vragen: wil je met ons mee doen? Ongeacht wat je de laatste keer gestemd hebt of wat je partijpolitieke voorkeur is."
Meyer gelooft dat door het mobiliseren van mensen op een bepaald thema, ze ook weer geïnteresseerd kunnen raken in de bredere ideologie die politieke partijen voorstaan.