Hogere huur en minder woningen door verhuurderheffing
De invoering van een belasting op woningcorporaties pakt slecht uit. Om de miljardenheffing op te kunnen brengen, verhogen corporaties de huren, verkopen zij woningen en bouwen zij minder sociale huurwoningen. Het gevolg is dat het aantal goedkope corporatiewoningen (met een huur onder de 410 euro) sinds 2010 met een derde is gedaald. Terwijl ondertussen steeds meer mensen afhankelijk zijn van sociale huurwoningen.
Dat blijkt uit een onderzoek dat onderzoekscentrum COELO van de Rijksuniversiteit Groningen deed naar de effecten van de verhuurderheffing. Die belasting is in 2013 ingevoerd om het begrotingstekort te drukken. Dat gebeurde ondanks hevig verzet van PvdA-senator Adri Duivesteijn. Die stemde pas in toen minister Blok van Wonen beloofde dat hij de effecten van de heffing dit jaar kritisch zou bekijken. Bloks evaluatie komt binnenkort. De opbrengst van de belasting loopt op tot jaarlijks 1,7 miljard euro vanaf 2017.
'Schokkend'
Het COELO-rapport is tot stand gekomen op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Aedes (de vereniging van woningcorporaties) en de Woonbond als belangenbehartiger van de huurders. Maar volgens de onderzoekers hebben ze volledig onafhankelijk kunnen werken. Een van hen is hoogleraar Maarten Allers. Hij noemt de daling van het aanbod van goedkope sociale huurwoningen - met 171.000 sinds sinds 2010 - "schokkend, een enorme verandering".
2010 is een belangrijk jaar omdat de verhuurderheffing toen werd aangekondigd in het regeerakkoord van het eerste kabinet-Rutte. Volgens de onderzoekers zijn er aanwijzingen dat ook het onderhoud van corporatiewoningen te lijden heeft onder de belasting. Allers benadrukt dat nog niet alle effecten van de verhuurderheffing 100 procent duidelijk zijn, omdat er alleen nog maar harde cijfers zijn over de eerste twee jaar na invoering. "Maar je ziet hele negatieve ontwikkelingen, en die worden door deze heffing op z’n minst versterkt."
Aedes concludeert aan de hand van het rapport dat de verhuurderheffing moet worden geschrapt. "Een belasting van bijna 2 miljard euro, ieder jaar weer, betekent dat je op langere termijn tientallen miljarden minder kunt investeren", zegt voorzitter Marc Calon. Is het kabinet daar niet toe bereid, dan zou er op zijn minst een korting moeten komen voor corporaties die bijvoorbeeld bereid zijn extra woningen te bouwen en daarmee de lange wachttijden aan te pakken, vindt hij.
Ook directievoorzitter Jantine Kriens van de VNG vindt dat "de politiek de gevolgen van de verhuurderheffing onder ogen moet zien". Kriens: "De heffing was louter bedoeld om het begrotingstekort tegen te gaan. Het is nu zaak weer te investeren."
Directeur Ronald Paping van de Woonbond sluit zich daarbij aan: "Voor velen is de huur inmiddels niet meer op te brengen. Er zijn meer betaalbare huurwoningen nodig en deze heffing frustreert dat."
Volgens minister Blok hebben de corporaties voldoende middelen om de heffing te betalen. Ze zijn efficiënter gaan werken en hebben duurdere woningen verkocht. "Er is zelfs meer ruimte om te investeren dan ze feitelijk doen", zegt een woordvoerder.
Bij de evaluatie van de maatregel zal Blok reageren op verzoeken van de Tweede Kamer om de mogelijkheden voor korting op de heffing uit te breiden.