Wie zijn de verdachten in de Vestia-fraudezaak?
De Vestia-fraudezaak is begonnen. De verdachten in de zaak zouden commissie en steekpenningen hebben verdiend voor het volpompen van de woningcorporatie met risicovolle financiële producten. Uiteindelijk moest Vestia in 2012 worden gered. Dat kostte 2 miljard euro en werd voor een deel opgebracht door alle woningcorporaties.
Vandaag en morgen is de regiezitting van de zaak, waarin het verdere verloop van de zaak, zoals wie er gehoord worden, wordt bepaald. Het Openbaar Ministerie heeft tijdens de eerste regiezitting een deel van de aanklacht gewijzigd.
Steekpenningen
In totaal staan er in de strafzaak zeven verdachten voor de rechter. Marcel de Vries zou als kasbeheerder volgens het OM ruim 10 miljoen euro aan steekpenningen hebben verdiend voor het kopen van rentederivatencontracten ter waarde van 24 miljard euro, tussen 2008 en 2011. Die leverden geld op toen de rente hoog was, maar vormden een strop toen de rente zakte.
Tijdens de parlementaire enquête Woningcorporaties zei Marcel de Vries hierover:
"Ik heb geen spijt. Ik heb het derivatenbeleid uitgevoerd om te zorgen dat Vestia weinig rente hoefde te betalen."
- "Speelde dan geen enkele rol dat u daar geld voor kreeg?"
"Geen enkele rol."
- "Snapt u dat ik daar vraagtekens bij heb? Dat er een schijn van belangenverstrengeling is?"
"Ik laat dat aan juristen over. Ik vind van niet."
Hij voerde ook aan dat hij gewoon belasting betaalde over de 10 miljoen die hij ontving.
De tussenpersoon
De tweede verdachte is tussenpersoon Arjan Greeven. Jarenlang had hij met Marcel de Vries de afspraak provisie te delen die hij van de banken kreeg. Hij zou zelf ruim 9 miljoen euro hebben verdiend. Greeven wordt verdacht van omkoping.
Hij zei daar zelf over: "Ik vind zelf niet dat ik hem heb omgekocht, omdat hij er zelf om vroeg. En hij zei dat het mocht volgens zijn arbeidscontract bij Vestia en dat hij het netjes aan de Belastingdienst zou opgeven." Hij vindt bovendien dat de banken ook schuld hebben aan wat er gebeurd is en wilde dus dat ook bankiers gehoord zouden worden.
Zijn netwerk
De vader en ex-vrouw van Greeven zijn ook verdachten, omdat zij zijn geld deelden of op hun rekening lieten zetten.
De zakelijk partner van Greeven, Leroy van D. zou ook voor ruim 2,5 miljoen euro meegeprofiteerd hebben van de deals en zelf transacties hebben verricht die niet door de beugel konden. De zesde verdachte is financieel adviseur Jan-Hein G.. Die zou bijna een half miljoen gekregen hebben.
De bankier
De laatste verdachte, Jako Groeneveld, is de enige voormalige bankier in het rijtje. Hij werkte bij Fortis en verkocht derivaten aan Vestia. Hij zei dat hij niet wist dat Marcel de Vries van Vestia geld doorgesluisd kreeg als beloning voor de derivatenhandel. Volgens het OM heeft hij zelf ruim 50 duizend euro ontvangen.
De commissarissen en bestuurders van de corporatie spelen geen rol in deze strafzaak. De toenmalige bestuursvoorzitter van Vestia, Erik Staal, trof begin dit jaar een schikking met de woningcorporatie.