Als Williams ergens te verslaan is, is het op gravel

Winnen van Serena Williams is niet eenvoudig, maar Kiki Bertens heeft een statistiek waar ze zich aan kan optrekken. Want ondanks een ongelofelijk winstpercentage, heeft de Amerikaanse wel degelijk ook haar zwakke plekken. Als de tegenstandsters van Williams ergens kans maken om haar te verslaan, is het wel op gravel.

Gemeten over de voorbije tien jaar heeft Serena Williams maar liefst 87,7% van al haar partijen weten te winnen. Op gravel ligt dat percentage lager, namelijk op 86,6%. Het is een klein verschil, maar het toont niettemin aan dat de volgens velen beste tennisster aller tijden zich het minst happy voelt op gravel.

Sinds Williams in 1998 haar entree maakte in het proftennis, heeft ze bovendien geen grandslamtoernooi zo vaak aan zich voorbij laten gaan als Roland Garros. Vier keer meldde ze zich op voorhand af voor Parijs, hetzij vanwege een blessure dan wel omdat ze zich om andere redenen niet klaar achtte voor de gevechten op gravel.

Op de grand slams is het verschil in winstpercentage tussen gravel en de andere ondergronden zowaar nog iets groter dan bij de reguliere toernooien. Waar Williams sinds 2006 liefst 90,2% van haar partijen op zowel de Australian Open als Wimbledon en de US Open heeft weten te winnen, ligt dat percentage op Roland Garros lager. In Parijs won ze 'maar' 84% van haar wedstrijden.

Het leverde haar drie titels op in Parijs, in 2002, 2013 en 2015. Op de drie andere grand slams is Williams goed voor het dubbele aantal: zes keer de Australian Open, zes keer Wimbledon en zes keer de US Open.

Uitgerekend op Roland Garros beleefde Williams ook haar pijnlijkste nederlaag. In 2012 verloor ze in de eerste ronde in Parijs van de Française Virginie Razzano, destijds de nummer 111 van de wereldranglijst. Sindsdien heeft Williams op de grand slams niet meer verloren van een speelster die zo laag geklasseerd staat als Bertens (58ste op de ranglijst).