Het was het prestigeproject van de Russische president Poetin: de Olympische winterspelen in Sotsji. Niet alleen de spelen zelf moesten gladjes verlopen, ook de Russische sporters moesten medailles halen. Zoveel mogelijk.
Dat de Russen daar veel aan gelegen was, blijkt uit verklaringen van het voormalig hoofd van het Russische antidopingslaboratorium. Volgens Gregory Rodchenkov hebben de Russische sporters massaal doping gebruikt en hielp de overheid hen daarbij.
In Nieuwsuur een gesprek met journalist Rebecca Ruiz van de New York Times. En mogen de Russen na alle verhalen over dopinggebruik nog wel deelnemen aan Olympische Spelen in Rio? Daarover een gesprek met Richard Pound, voormalig directeur van de internationale dopingautoriteit WADA.
Het dopingprogramma werd georganiseerd door de staat, zegt Rodtsjenkov, en was jarenlang voorbereid om ervoor te zorgen dat Rusland succesvol zou zijn op de Winterspelen in eigen land. Onder de atleten zouden veertien langlaufers zijn en twee bobsleeërs die goud wonnen in Sotsji.
Rodchenkov maakte dopingcocktails die de sporters moesten innemen met sterke drank. De sporters konden niet worden betrapt omdat Russische dopingexperts en de geheime dienst 's nachts de urinemonsters in het laboratorium door schone urine vervingen.
Rusland ontkent
De Russische minister van Sport, Vitali Moetko, spreekt alle beschuldigingen tegen. Volgens hem zijn de beweringen in de New York Times nergens op gebaseerd en lijkt het te gaan om een nieuwe poging om de Russische sport in diskrediet te brengen.
Het Internationaal Olympisch Comité spreekt van "zeer gedetailleerde en zorgwekkende beschuldigingen". Het IOC heeft antidopingagentschap WADA gevraagd onmiddellijk een onderzoek in te stellen en zal op grond daarvan maatregelen nemen.