La Primavera, dat is na een uur een bordje met 250 zien
Het eerste wielermonument van het seizoen is meteen de langste van het jaar. 291 kilometer moeten de renners in Milaan-Sanremo afleggen voordat de streep op de Via Roma wordt gepasseerd. Lotto-Jumbo-renner Maarten Tjallingii reed in de laatste twee edities gemiddeld zo'n 270 kilometer op kop. Is dat leuk?
'Nog best ver'
"Het is heel raar om na een uur koers ineens een bordje met 275 kilometer tegen te komen. Of 250, of 200. Want normaal zijn dat de wedstrijdafstanden. Dan denk je wel: oké, dit is nog best ver", lacht Tjallingii.
Toch zakt de moed hem bij het zien van die bordjes niet in de schoenen. "Je kunt wel gaan denken: 'ik moet nog zo ver', maar je kunt beter denken: 'we zijn in ieder geval op weg'. Anders kan 275 kilometer wel echt enorm lang zijn."
Zaterdag rijdt hij zijn negende en laatste 'La Primavera'. De 38-jarige routinier stopt er na dit voorjaar mee. Twee keer haalde hij de finale van Milaan-Sanremo. In 2015 reed hij 265 kilometer op kop en het jaar daarvoor zelfs 280 kilometer alvorens hij werd gegrepen.
Tijd voor verveling?
Tjallingii: "Het is inderdaad de langste wedstrijd, maar qua tijd is het niet de langste koers. Heel vaak hebben we wind mee. En we rijden heel veel bergaf. Volgens mij heb ik wel een keer langer over Parijs-Roubaix (zo'n 250 kilometer, red.) gedaan dan over Milaan-Sanremo."
'La Primavera' kent dus een lange aanloop. Pas op zo'n vijftig kilometer van de streep liggen de eerste hindernissen (de drie hellingen Capo Mele, Capo Cervo en Capo Berta), op zo'n dertig kilometer van de finish komen de echte scherprechters in beeld, de Cipressa en de Poggio.
Focus op paaltjes en dorpjes
Maar dat betekent niet dat Tjallingii zich de uren daarvoor zit te vervelen. "Normaal gesproken heb je wel genoeg afleiding. Je moet altijd eten en drinken. En ik zoek altijd wel iemand op om een praatje mee te maken. Er zijn ongeveer 190 renners, dus er zijn genoeg mensen om mee te praten", aldus de 38-jarige renner.
"In de kopgroep is het soms wel wat saai, zeker als je met zes man zit. Ik focus me dan altijd op paaltjes langs de weg, of op dorpjes waar we doorheen rijden. Dan denk ik: ik ga tot dat punt rijden. Een beetje doelen stellen, mezelf afleiden."
Mooie scenario's
Tjallingii heeft een paar scenario's in zijn hoofd voor zijn afscheid van 'La Primavera'. "Een van de mooiste is hetzelfde als wat in Roubaix gebeurde in 2011." Toen zat Tjallingii ook mee in de kopgroep, die in de finale nog maar uit vier man bestond. Tjallingii reed vervolgens in het wiel van de achtervolgende Fabian Cancellara naar de derde plaats.
Of dat zaterdag ook Tjallingii's strijdplan wordt is nog maar de vraag. "Dan zal ik weer vroeg mee moeten zitten en pas na de Poggio teruggepakt moeten worden. Maar het plan gaan we nog bespreken met de ploeg. Het lijkt me ook goed om op mijn beurt te wachten. Maar het is voor mijn type renner het beste scenario", aldus de Lotto-Jumbo-renner, wiens ploeg kiest voor Sep Vanmarcke als kopman.
Gas geven
Kijkt Tjallingii ernaar uit om zaterdag om 10.10 uur in Milaan op de fiets te stappen voor een rit van bijna 300 kilometer? "Ik heb wel zin in de omstandigheden, maar nog niet in de lengte", lacht hij. "Ik heb zin om te koersen, om lekker op die fiets te zitten en gas te geven. Maar ik kijk er toch ook een beetje tegenop hoor, die 291 kilometer."