Brandstof belangrijkste Nederlandse exportproduct
De Nederlandse economie leunt steeds meer op de export van aardolieproducten. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
De brandstoffen zijn veruit de belangrijkste Nederlandse exportproducten. In 2005 bestond nog 7 procent van alle spullen die we exporteerden uit aardolieproducten, zoals benzine, diesel en stookolie. In 2015 was dat gegroeid naar 9 procent, met een waarde van 38 miljard euro.
En dat ligt niet aan schommelingen in de olieprijs, aldus Marjolijn Jaarsma van het CBS. "Die prijs is redelijk gelijk gebleven ten opzichte van 2005."
Volgens Jaarsma is de toename wel te verklaren doordat de bedrijvigheid in Nederland is toegenomen. "Er is meer opslagruimte, de raffinagecapaciteiten zijn toegenomen en er is de Tweede Maasvlakte bij gekomen."
Doorvoer
Niet alle brandstoffen die Nederland uitvoert, zijn ook hier gemaakt of bewerkt. Een derde bestaat uit wederuitvoer, olieproducten die bijvoorbeeld via de haven van Rotterdam zijn ingevoerd en daarna weer naar andere landen worden uitgevoerd.
De afgelopen maanden is de olieprijs wel flink gekelderd. In hoeverre de Nederlandse economie daaronder lijdt, is lastig te zeggen. Jaarsma: "Het kan zijn dat de uitvoer van aardolieproducten in waarde afneemt. Maar de hoeveelheden kunnen ondertussen gelijk blijven."
Door de lage en schommelende olieprijs wordt er op dit moment stevig gehandeld in olie. Havenbedrijven en een overslagbedrijf als Vopak profiteren daarvan.
Gas, bloemen en machines
Naast de uitvoer van olieproducten zijn ook aardgas (goed voor ruim 2 procent van de totale export), gespecialiseerde machines (2 procent) en groenten (1,5 procent) belangrijke Nederlandse exportproducten. Zowel het belang van aardgas als dat van bloemen is de afgelopen tien jaar licht gedaald.
Het aandeel van sigaretten in de export daalde in tien jaar van 1,2 naar 0,4 procent. Dat komt vooral door de sluiting van de Philip Morris-fabriek in 2014.