Nederlandse militairen in Libanon
NOS Nieuws

Nog steeds is het oorlog voor sommige Libanonveteranen

"Het beheerst mijn hele leven. Het is er dag en nacht, je functioneert niet meer. Ik durf de straat niet meer op, ik leef in mijn slaapkamer en heb alleen maar onrust. Het is vreselijk."

Dit is het relaas van een van de 9000 Nederlandse militairen die van 1979 tot en met 1985 hebben deelgenomen aan de VN-vredesmacht in Libanon.

Een groep van 120 veteranen gaat een claim indienen bij het ministerie van Defensie, meldt Nieuwsuur. Ze hebben aan de missie psychische klachten overgehouden en ze vinden dat Defensie tekort is geschoten in begeleiding en nazorg.

Weinig omstreden

De Unifil-operatie in Libanon begon in 1978, na een inval van Israëlische troepen in het zuiden van het land. De VN eiste dat Israël zich terugtrok, wat ook gedeeltelijk gebeurde.

De VN nam de controle in het gebied voor zover mogelijk over. Dat lukte niet in het uiterste zuiden dat in handen kwam van milities die op de hand van Israël waren. Unifil raakte geregeld verwikkeld in zware vuurgevechten met deze troepen die onder leiding stonden van de Libanese deserteur Saad Haddad.

In maart 1979 nam een eerste lichting Nederlandse militairen de plaats in van Franse en Iraanse Unifil-militairen.

Lichting

De uitzending naar Libanon was in Nederland weinig omstreden. Het besluit werd door het kabinet-Van Agt genomen, zonder tussenkomst van de Tweede Kamer. Een meerderheid in de Kamer was achteraf wel voor, maar in een motie werd uitgesproken dat de regering vooraf had moeten overleggen.

De meeste uitgezonden militairen kwamen uit het noorden van het land, omdat in het Drentse Zuidlaren een bataljon zat dat in 1965 was aangewezen voor VN-missies.

Tot 1983 vertrok elke zes maanden een nieuwe lichting militairen naar Libanon. In dat jaar verminderde Nederland zijn bijdrage om er in 1985 helemaal mee op te houden. Aanleiding was dat Unifil door Israël onder de voet werd gelopen, waardoor de bemoeienis van de VN sterk verminderde.

Nagedachtenis

Het meest omstreden was de deelname van 120 dienstplichtigen. Veel jonge jongens hadden zich voor VN-missies aangemeld omdat Zuidlaren dicht bij huis was, zonder goed te beseffen dat ze dan een kans maakten om naar het buitenland te worden uitgezonden. Ze tekenden bezwaar aan en uiteindelijk kregen ze van het Gerechtshof in Den Haag gelijk, maar op dat moment zat hun diensttijd er al lang op.

In Zuidlaren staat een monument ter nagedachtenis aan de negen Nederlanders die in Libanon zijn omgekomen. Voor veel andere militairen blijkt dat de missie nog steeds niet helemaal voorbij is omdat ze kampen met posttraumatische stressstoornis (PTTS).

Aantoonbaar

Eind vorig jaar bepaalde de Centrale Raad van Beroep dat Defensie zijn zorgplicht heeft geschonden bij een militair die in Libanon heeft gestreden. "Er was sprake van een combinatie van gebrek aan zorg voor, tijdens en met name na de uitzending. Pas in 2007, toen alle Libanonveteranen zijn benaderd, is aantoonbaar nazorg geboden", zei de hoogste instantie raad.

De uitspraak is niet zonder gevolgen. In totaal hebben zich 120 Libanon-gangers gemeld die bij Defensie een claim gaan indienen van 15 miljoen euro.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl