Oosting: mij dunkt dat sprake is van een doofpot
"Mij dunkt dat kan worden gesproken van een doofpot als beschikbare informatie bewust wordt achtergehouden", zegt Marten Oosting in een reactie op het nieuws dat ICT'ers een backup met belangrijke informatie over de Teevendeal in 2014 niet verder mochten onderzoeken.
Oosting benadrukt dat zijn commissie inzage heeft gehad in e-mailbestanden en dossiers van betrokken medewerkers van het ministerie van Veiligheid en Justitie. In die bestanden werd niets aangetroffen dat wijst op een verzoek of opdracht tot het stopzetten van de zoekactie naar het bonnetje.
Oosting vroeg medewerkers van het ministerie ook om vertrouwelijk informatie te verstrekken aan de commissie. "Van die uitnodiging werd geen gebruikgemaakt."
ICT'ers
Nieuwsuur bericht vandaag dat ICT-medewerkers van de overheid in juni 2014 het rekeningafschrift van de Teevendeal bijna hadden opgespoord. Ze waren bezig om het bestand, dat op een backup stond, te herstellen maar werden door de leiding gesommeerd om daarmee te stoppen.
Het is niet bekend wie precies de opdracht gegeven heeft om het achterhalen van de bonnetjes-gegevens te staken. Naar aanleiding van de informatie die Nieuwsuur heeft achterhaald, heropent de commissie-Oosting het onderzoek naar de Teevendeal. Dat gebeurt op verzoek van minister Van der Steur.
Vragen Oosting
Oosting laat aan Nieuwsuur weten dat hij antwoord wil op een aantal vragen. "Wie beschikte over de bewuste informatie en met wie is die gedeeld?" Ook wil Oosting weten wie het besluit genomen heeft om het onderzoek naar het bonnetje te stoppen. "En wie zijn vervolgens in kennis gesteld van het aanhouden van dit onderzoek?"
Ten slotte schrijft Oosting dat als zijn commissie dit had geweten, hij deze vragen had willen beantwoorden. "Op basis daarvan kunnen we beoordelen of er kan worden gesproken van een doofpot."