Overgrote deel Nederlandse moslims keurt jihadreis af
Een overgrote meerderheid van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders heeft geen begrip voor jongeren die naar het Midden-Oosten reizen om te vechten voor IS. Dat blijkt uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Een andere uitkomst is dat veel migranten en hun kinderen zich in geen of slechts in geringe mate Nederlander voelen.
Minister Asscher vroeg het SCP om een nieuw onderzoek naar opvattingen van migrantengroepen nadat een eerdere studie onzorgvuldig bleek. Daarin stond onder andere dat 90 procent van de Turks-Nederlandse jongeren Syriëgangers helden vindt en 80 procent geweld van jihadisten niet afkeurt.
Mate van begrip
De nieuwe studie laat zien dat begrip voor IS-strijders uit Nederland nog wel het grootst is onder jongeren. 1 op de 7 Nederlands-Turkse jongeren en 1 op de 9 Nederlands-Marokkaanse jongeren heeft begrip voor religieus geweld.
Het gaat dan wel om een beperkte mate van begrip. Slechts respectievelijk 1 en 2 procent zegt veel begrip te hebben voor religieus geweld.
Uit gesprekken die de onderzoekers voerden blijkt dat allochtone jongeren vinden dat er met twee maten wordt gemeten, in het nadeel van moslims. Ze vinden dat het beeld van de situatie in Irak en Syrië tekortschiet en beargumenteren waar het geweld vandaan komt. Ze keuren IS niet goed, maar vinden het wel begrijpelijk dat de organisatie is ontstaan en succes heeft.
Autochtonen
In het rapport worden ook vergelijkingen gemaakt met autochtone Nederlanders. Opvallend daarbij is dat meer autochtone dan allochtone jongeren 'veel begrip' hebben voor Syriëgangers.
Uitsluiting
Bij jongeren van Turkse en Marokkaanse komaf leeft een sterk gevoel van uitsluiting. Veel van hen vinden dat ze niet gezien worden als individu, maar alleen als lid van een migrantengroep of als moslim. Zelf voelen zij zich 'van alles', schrijft het SCP: "Ze zijn Marokkaans of Turks, Nederlander, moslim en inwoner van een stad."