Asscher voelt wel voor instituut beroepsziekten
Minister Asscher is positief over de vorming van een onafhankelijk instituut dat vaststelt of werknemers een beroepsziekte hebben.
De PvdA-minister is "op zichzelf voorstander" van zo'n instituut, dat een zieke werknemer kan helpen zijn recht te halen, zei hij tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer. Wel moet er volgens hem nog goed gekeken worden naar de juridische haalbaarheid. Na de zomer van het volgend jaar moet daar meer duidelijk over zijn.
Strenge norm
Jaarlijks lopen naar schatting 17.300 mensen een beroepsziekte op. Werknemers die nu denken ziek te zijn geworden door hun werk, bijvoorbeeld omdat ze lang in de rook van oude dieselmachines hebben gewerkt, weten nu vaak niet waar ze moeten aankloppen.
Probleem is onder meer dat het directe verband tussen werk en ziekte vrijwel altijd moeilijk te bewijzen is. Vanwege die onduidelijkheid pleitte onder meer het Amsterdamse vervoersbedrijf GVB voor een landelijke instantie die dit kan beoordelen.
Specifiek voor dieselrook kondigde Asscher in de Tweede Kamer een "strenge norm" aan. Uit een conceptrapport van de Gezondheidsraad waarover de NOS vorige week publiceerde, blijkt dat werken met oude machines nog risicovoller is dan werd gedacht.
Advies
Het wachten is nu op het advies van de Gezondheidsraad over zo'n 'grenswaarde'. Vervolgens gaan de werkgevers- en werknemersorganisaties in de SER daarover onderhandelen. In de loop van 2016 zou hier een beslissing over moeten vallen.