Nabestaanden van de slachtoffers van het vernietigingskamp Sobibor zijn moedeloos en boos dat de bouw van het herinneringscentrum op die plaats als maar wordt uitgesteld. De Stichting Sobibor roept de hulp in van staatssecretaris Martin van Rijn om de al jaren voortslepende discussie over het herinneringscentrum vlot te treken.
70 jaar later
Sobibor en Nederland zijn nauw met elkaar verbonden. In het nazi-vernietigingskamp in Polen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog zo'n 35.000 Nederlandse joden vermoord. Om alle sporen uit te wissen hebben de nazi’s het kamp in de oorlog met de grond gelijk gemaakt.
Zeventig jaar later is er nog altijd geen herinneringscentrum op de plek waar ooit het vernietigingskamp heeft gestaan. En de tijd dringt.
"Het is heel belangrijk voor de nabestaanden dat er snel een monument komt. Ten eerste omdat ze zo oud zijn, ver in de tachtig inmiddels, en er is gewoon niks momenteel", zegt voorzitter Maarten Eddes van de Stichting Sobibor in Nieuwsuur.
Staatssecretaris Van Rijn zegt steun toe aan de Stichting Sobibor om de problemen zo snel mogelijk op te lossen. "Ik deel de zorgen. We hebben heel veel plannenmakerij gehad en er is alles aan gelegen om een waardig herinneringscentrum voor de nabestaanden te maken. Als zij zorgen hebben, dan heb ik die ook."
Onenigheid
Al zeven jaar is er onenigheid over hoe het herinneringscentrum er uiteindelijk moet gaan uitzien. Zoals over het wel of niet bouwen op het perron waar ooit de treinen aankwamen. Discussie is er ook over hoe de vorig jaar teruggevonden fundamenten van de gaskamers moeten worden ingepast in het ontwerp.
Polen, Israël, Nederland en Slowakije, de landen waar veel slachtoffers vandaan kwamen, moeten gezamenlijk beslissen hoe het herinneringscentrum gaat worden. "Ik heb de indruk dat er te weinig gebeurt en dat er meer gedaan kan worden om te zorgen dat dit project blijft doorlopen", zegt voorzitter Eddes.
Volgend jaar
Directeur Tomasz Krantz van het herinneringscentrum in Sobibor erkent de problemen, maar blijft optimistisch over de start van de bouw. "Mogelijk kan de bouw volgend jaar beginnen."