Een week in wijk Molenbeek

Hoofdstad van de haat, broeinest van het kwaad, vrijhaven voor terroristen: zo kwam de Brusselse wijk Sint-Jans-Molenbeek na de aanslagen in Parijs van vorige week vrijdag in het nieuws. De bewoners en straathoekwerkers in Molenbeek erkennen dat er ronselaars zijn die jongeren proberen te radicaliseren, maar zeggen ook dat de politiek de wijk links heeft laten liggen.

Nieuwsuur verbleef een week in de wijk Molenbeek. Vanavond een portret.

Een week in wijk Molenbeek

Een wijkbewoner uit Molenbeek: "Je hebt een wijk waar je allemaal mensen met problemen stopt en dan snap je niet waarom er problemen komen? Die politici, daar moet ik om lachen."

Iets nieuws

Malika Saissi, coördinatrice van de organisatie Caleidoscoop en een van de organisatoren van de bijeenkomst deze week in Molenbeek waar duizenden mensen bijeenkwamen om hun medeleven te betuigen aan de slachtoffers van de aanslagen in Parijs, wil positief blijven.

Ze vertrekken met humanitaire doeleinden, dat valt me op. Maar eenmaal daar, worden ze blijkbaar geprogrammeerd. En komen vroeg of laat in de strijd terecht.

Pater Johan Leman

"Als we vijf stappen achteruit zetten, zetten we er in de toekomst tien vooruit. Dit moet het begin zijn van iets nieuws, de mouwen opstropen en met jongeren samenwerken, om te voorkomen dat er weer zo’n drama gebeurt, zodat onze jongeren niet naar Syrië vertrekken."

  • EPA
  • AFP
  • AFP
  • EPA
  • AFP
  • AFP
  • AFP

"Dit is een wijk waar voorspelbaar vanaf de jaren 80 duidelijk was dat er in welke vorm dan ook problemen zouden komen. Omdat het enorm dicht bevolkt is, een zeer jonge bevolking heeft met te hoge werkloosheidcijfers. Tot 40 procent", zegt pater Johan Leman, voorzitter van Regionaal Integratiecentrum Foyer die al 35 jaar strijdt voor integratie en gelijke kansen voor jongeren.

Klap

Dat er twee daders uit Molenbeek komen is voor hem een flinke tegenvaller: "Dan denk ik: in één klap is het beeld en beeldvorming waar je zolang aan hebt gewerkt weg. Je mag dus weer opnieuw beginnen."

Hij zag de afgelopen jaren de opkomst van fundamentalistische islam in de wijk. "Niet alle salafisten zijn voor de jihad, maar de ronselaars kunnen tussen de salafisten wel mensen werven voor de gewelddadige strijd."

"Ze vertrekken met humanitaire doeleinden dat valt me op. Maar eenmaal daar, worden ze blijkbaar geprogrammeerd. En komen vroeg of laat in de strijd terecht."

Preventief

Straathoekwerker Bachir M’rabet, die zich in Molenbeek al dertig jaar bezighoudt met de integratie van allochtone bevolkingsgroepen, heeft de laatste jaren ook veel zien veranderen. "Hier ben ik opgegroeid, heb ik mijn leven opgebouwd, hier werk ik. Wat is veranderd is de economisch sociale situatie, het is anders, de jongeren van nu zijn niet hetzelfde."

We proberen te begrijpen hoe ze toegang zoeken tot jongeren, die zwak zijn, die school hebben verlaten.

Straathoekwerker Bachir M’rabet

"We werken preventief en we proberen ze op school te houden, dat ze niet de fout ingaan, daar was ik vooral mee bezig, en toen een paar jaar geleden de berichten kwamen over jongeren die vertrokken naar Syrië, hebben we bijeenkomsten gehouden met jongeren en hun families, om te kijken waarom die jongeren naar Syrie vertrekken."

Toegang tot jongeren

Bachir M’rabet wil beter inzicht krijgen hoe jongeren worden geïndoctrineerd. "We proberen te begrijpen hoe ze toegang zoeken tot jongeren, die zwak zijn, die school hebben verlaten. Er zijn mensen die daar een neus voor hebben en dat weten. Via internet proberen ze die jongeren te indoctrineren."

"Maar het is heel moeilijk. We weten het bijna nooit. De jongens die vertrokken zijn, waren altijd jongeren aan wie je niks merkte en die dan opeens weg waren", aldus M'rabet.

"Het is een beetje de val van iedereen. Dat is mijn analyse. Het is zeker geen succes voor ons. Anderzijds weiger ik om te zeggen dat dit onze schuld is. Je doet je best met de middelen die je hebt. En die zijn tamelijk gering, eerlijk gezegd."

Gisteren heb ik zelf gedaan wat ik nog nooit heb gedaan. Ik wist dat mijn zoon ging voetballen en ik heb hem gebeld en gevraagd waar hij was, en met wie.

Vrouwenwerker Malika Saissi

"De politie had ook meer kunnen weten. Ik denk dat de meest correcte analyse is dat we allemaal een beetje schuld hebben, ook de betrokken jongeren. Het is niet zo dat als je uit armoede komt, dat je daarom een aantal mensen moet neerknallen", zegt pater Leman.

Gedag gekust

Malika Saissi: "De moeder van daders Brahim en Salah Abdeslam begrijpt het ook niet, ze wil proberen het te begrijpen, ze realiseert het zich niet echt. Want haar kinderen waren heel knuffelig. Toen een van hen wegging, heeft haar zoon haar gedag gekust zoals altijd met een kus op haar voorhoofd. Hij maakte zich mooi, met gel in zijn haar, en ze maakte daar nog een grap over: heb je een afspraakje ofzo? Ze had nooit kunnen bedenken wat voor drama er zou volgen."

De impact is ook voor Saissi als moeder groot. "Gisteren heb ik zelf gedaan wat ik nog nooit heb gedaan. Ik wist dat mijn zoon ging voetballen en ik heb hem gebeld en gevraagd waar hij was en met wie. Dat zegt alles, dat doe ik normaal nooit."

16 november: Molenbeek: broeinest van radicalisme?

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl