Komt het lek uit de commissie Stiekem ooit boven?

Een speciale Kamercommissie gaat onderzoek doen naar het lekken uit de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD), ook wel de commissie Stiekem genoemd. Dat maakte Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg eerder vandaag bekend.

Volgens het Openbaar Ministerie zijn mogelijk een of meer fractievoorzitters schuldig aan lekken naar de media. Dat is een ambtsmisdrijf. De Kamercommissie moet nu gaan bekijken of er voldoende gronden zijn om een of meer Kamerleden te vervolgen.

Nieuwsuur spreekt over de kwestie met Boris Dittrich, oud-lid van de commissie Stiekem, en Pieter Cobelens, voormalig directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Wim Voermans, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Leiden, reageert in de studio.

Komt het lek uit de commissie Stiekem ooit boven?

Speciale rechtbank

Niet iedereen is te spreken over de keuze om een Kamercommissie het vervolgonderzoek te laten doen. "Dat is het keuren van je eigen vlees. Daar maak je de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid niet beter mee", zegt Pieter Cobelens, oud-MIVD-directeur. "Het is tijd om die wetgeving eens goed onder de loep te nemen."

Cobelens was van 2006 tot 2011 directeur van de MIVD. Hij voorzag de commissie Stiekem in die functie van vertrouwelijke informatie. Hij pleit voor een gespecialiseerde rechtbank die dit soort lek-zaken onder zijn hoede neemt. "Die rechtbank kan dan kennis opbouwen over hoe inlichtingendiensten werken en heeft oog voor de noodzaak van geheimhouding."

Onpartijdig

Boris Dittrich zat als fractievoorzitter van D66 in de commissie Stiekem van 2003 tot 2006. Ook hij noemt noemt het onderzoek door de Kamercommissie niet ideaal. "Kamerleden moeten nu gaan onderzoeken wie er gelekt heeft. Stel dat ze erachter komen wie dat is, zo eenvoudig is dat nog niet, dan moeten ze over elkaars collega's praten en dan gaan er natuurlijk politieke dingen spelen. Dat is heel erg lastig."

Het zou volgens Dittrich beter zijn als een onpartijdige groep het onderzoek doet. "Maar dat kan weer niet vanwege de Grondwet." Volgens artikel 119 van de Grondwet mag het OM niet verder beslissen over vervolging van een Kamerlid. Dat is voorbehouden aan de regering of de Tweede Kamer zelf.

Het lek

De kwestie over het lek uit de commissie Stiekem speelt al sinds februari vorig jaar, na een publicatie in de NRC over 1,8 miljoen Nederlandse telefoongegevens die bij de Amerikaanse geheime dienst NSA waren beland.

Het volgende is er aan de hand: de fractievoorzitters werden in de commissie Stiekem door de ministers Jeanine Hennis en Ronald Plasterk geïnformeerd over het doorgeven van belgegevens aan NSA en dat is mogelijk naar buiten gebracht door een of meerdere leden van die commissie.

Dat terwijl alles wat in de commissie Stiekem wordt besproken topgeheim is, niemand mag er iets over naar buiten brengen. Er worden zelfs geen officiële notulen van gemaakt, wel aantekeningen die alleen de fractievoorzitters mogen lezen.

Fractievoorzitters die in de commissie Stiekem zitten

Betonrot

Dittrich noemt deze lek uit de commissie Stiekem een unieke zaak. "Ik heb wel ervaring met lekken uit andere commissies, waar ook dingen achter gesloten deuren worden besproken. Maar dat is toch andere informatie dan de informatie die fractievoorzitters krijgen, die is veel meer gedetailleerd."

Volgens Cobelens wordt er in de Kamer regelmatig gelekt uit vertrouwelijke informatie, maar komt het nooit tot een vervolging. "Ik heb ooit vijftig verschillende gevallen bij elkaar geveegd: van het kwijtraken van een brief met een stempel tot het doorgeven van gegevens aan iemand die er niks mee te maken had. Sommige zaken kwamen niet verder dan het Openbaar Ministerie of zijn helemaal niet bij het OM terechtgekomen."

Hij is daar erg kritisch over. "Men vindt het te lastig en te ingewikkeld, maar zo begint de betonrot. Er bestaat dan een kans dat wat nu gebeurt bij de commissie Stiekem, steeds erger wordt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl