Indonesië kampt sinds deze zomer met grote bosbranden, vooral op de eilanden Kalimantan, Sumatra en Java. Er is veel milieuschade: smog, vervuiling en verwoesting van het tropisch regenwoud en de kostbare veengrond die in honderden jaren is ontstaan.
De branden worden veelal moedwillig aangestoken, door kleine boeren om hun landareaal uit te breiden, maar ook door grote bedrijven die de grond willen vrijmaken voor de teelt van palmolie, rubber of de aanleg van houtplantages.
Nieuwsuur spreekt met Hans Beukeboom, bomenexpert van het Wereld Natuur Fonds op Borneo, klimaatonderzoeker Guido van der Werf en Carina van der Laan, landbouwonderzoeker aan de Universiteit Utrecht.
Wetgeving
De Indonesische wet staat toe dat boeren twee hecatares aan hun landbouwareaal toevoegen, maar de controle op de praktijken laat te wensen over,
Wereldwijd maakt men zich zorgen over de effecten van de bosbranden op het klimaat. "Met de CO2-uitstoot van de bosbranden in deze maanden belast Indonesië het milieu zwaarder dan de Verenigde Staten," zegt Guido van der Werf, klimaatonderzoeker aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
Achttien jaar geleden waren het nog boeren, nu zijn het de papier en palmolie-industrie die verantwoordelijk zijn voor de verwoesting van honderdduizenden hectares oerwoud. Zij veranderen het bos in rechte rijtjes aangeplante plantages, wat veel geld oplevert, maar waardoor dieren worden verdreven.
Orang-oetans
De branden op Borneo zijn rampzalig voor de biodiversiteit. "Heel veel diersoorten verdwijnen door de versnippering van natuurgebieden," zegt Hans Beukeboom, bomenexpert van het Wereld Natuur Fonds op Borneo. "Voor de apen, met name orang-oetans betekent het dat hun leefgebied steeds kleiner wordt, ook zij worden ziek en sterven van de rook en diarree."
De schade is dubbel, zegt Van der Werf. "Bossen nemen normaal gesproken CO2 op. Nu is er enorme CO2-uitstoot en de groei van duizenden jaren wordt verbrand, dus er is minder opnamecapaciteit."
Druk uitoefenen
"Vorig jaar hebben we met een helikopter rondgevlogen in de wolken om de samenstelling van de rook te meten", zegt Van der Werf. Door de rook wordt de urgentie van de branden nu wel meer gevoeld in Indonesië. Men voelt zich ook internationaal voor schut staan."
Carina van der Laan is landbouwexpert aan de Universiteit Utrecht. Zij vindt dat Europa druk moet uitoefenen. "Europese bedrijven zouden zich moeten richten op inkoop van duurzaam ontwikkelde produkten. Nederland kan een voorbeeld nemen aan Noorwegen. Dat land heeft een verdrag gesloten met Indonesië waarin hulp wordt gerelateerd aan duurzame landbouw."