'Les uit Fyra-debacle moet zijn: speel op safe'
De Kamercommissie die het debacle met de Fyra-treinen onderzocht, presenteert vanmiddag het rapport met de eindconclusies. Welke conclusies er getrokken zullen worden, wordt nog spannend, zegt Wijnand Veeneman van de TU Delft, die onderzoek doet naar openbaar vervoer. "Het is een lang proces met vele kanten. Er ging zoveel mis. Dus het is afwachten waar de commissie de nadruk op gaat leggen."
Het onderzoek naar de falende hogesnelheidstrein duurde ruim een jaar. Voor de zomer werden veertig betrokkenen onder ede gehoord, onder wie politici, topmensen van de NS en de Belgische Spoorwegen en de Italiaanse treinfabrikant AnsaldoBreda. Allemaal kwamen zij met een eigen visie op het Fyra-project, dat zo'n vijftien jaar heeft geduurd.
"Het is een mooie tragedie", zegt Veeneman. "We zijn geneigd om het te zien als een thriller waar de schurk uiteindelijk dood gaat. Maar dat is hier niet het geval. Ik denk dat hier een groot aantal partijen steken heeft laten vallen."
Volgens hem zal het daardoor niet mogelijk zijn om één schuldige aan te wijzen. "Er zijn wel meer partijen waar het niet goed is gegaan: bij de Kamer, de ministers, de bouwer, de NS en de inspectie. Al kan de Kamer natuurlijk maar een kant op wijzen: naar staatssecretaris Mansveld."
Veeneman denkt dat de tijdsgeest een grote rol heeft gespeeld bij het mislukken van de Fyra. "Toen we ermee begonnen was de trend om allerlei overheidsactiviteiten aan de markt over te laten. Dat is in dit dossier redelijk rigoureus gebeurd."
Volgens de onderzoeker is de aanbesteding rommelig verlopen en zijn er ook bij het kopen van de treinen fouten gemaakt. "Zo zijn de ingenieurs van de NS op een zijspoor beland. Daar zag je dat de marktwerking wat was doorgeschoten."
Nu is de tendens dat proces wat terug te draaien, zegt hij. "Kamerleden hebben vastgesteld dat het spoor hun verantwoordelijkheid is en dat dat meer naar de overheid moet worden teruggebracht." Hij verwacht ook dat een deel van het verhaal van de commissie zich daarop zal toespitsen.
Sindsdien koopt de NS vooral bestaande treinen die hun dienst al bewezen hebben.
Volgens Veeneman zijn er zeker lessen te trekken uit de problemen met de hogesnelheidslijn, maar is het de vraag of dat ook gebeurt. "Het wordt spannend of de lessen die worden getrokken tot een heel andere aanpak leiden. Dan komt er weer zo'n lastige transitieperiode waarin veel fout kan gaan."
Toch is er zeker het besef dat het anders moet bij de betrokken partijen, stelt hij. "Dat zie je ook wel. Zo koos de NS bij de Fyra nog voor een heel nieuw ontwerp. Sindsdien koopt de NS vooral bestaande treinen die zich al bewezen hebben."
Dat is ook wat Veeneman de betrokken partijen wil meegeven. "Kijk naar wat er al rijdt. Dat is misschien jammer voor de innovatie, maar het is beter de lat iets lager te leggen en materieel te hebben waarvan je weet dat het werkt."