Europa vindt dat vluchtelingen vooral in de regio moeten worden opgevangen en heeft daar miljarden voor over. Maar is dat voldoende? Of is er meer nodig dan alleen geld? Nieuwsuur bezoekt de buurlanden van Syrië: Libanon, Jordanië en Turkije.
Het eerste deel van het drieluik gaat over Turkije. Verslaggever Jan Eikelboom bezoekt de Turkse stad Kilis, waar de vluchtelingen inmiddels in de meerderheid zijn. De 90.000 Turkse inwoners kregen er 115.000 Syrische vluchtelingen bij.
Tekort aan bedden en water
De grensstad Kilis is de afgelopen jaren overspoeld door vluchtelingen. De stad kan de enorme toestroom nauwelijks aan. De gemeentelijke diensten zijn bijvoorbeeld zwaar overbelast. "We hebben bijvoorbeeld problemen met het ophalen van vuilnis", zegt de gouverneur van Kilis. "Dat is niet berekend op een verdubbeling van het aantal inwoners." Hetzelfde geldt voor de watervoorziening in de stad.
Ook de gezondheidszorg in Kilis heeft moeite met het grote aantal vluchtelingen in de stad. Ziekenhuizen moeten patiënten wegsturen omdat er geen ruimte is. "Als we een leeg bed hebben, maken we geen onderscheid tussen Turken en Syriërs", zegt de directeur van het ziekenhuis. "Maar als er zich te veel mensen melden, moeten we ze doorsturen naar andere steden."
De EU heeft het over steun van 1 miljard euro. Dat is niet genoeg.
'Grote last'
De huren in de stad stijgen, ook voor winkeliers. Tegelijkertijd is het sommige Turkse winkeliers een doorn in het oog dat Syriërs alleen naar winkels van landgenoten gaan. Vier jaar geleden werden de Syrische vluchtelingen nog gastvrij verwelkomd in de stad, inmiddels is het gevoel omgeslagen. "Ze zijn uit hun land verdreven, maar voor ons vormen ze een grote last", zegt een vrouw.
De Turkse autoriteiten vinden dat de Europese Unie meer geld moet geven en meer vluchtelingen moet opnemen. "Men heeft het over de steun van 1 miljard euro. Dat is niet genoeg", zegt de gouverneur van Kilis. De vluchtelingencrisis heeft Turkije tot nu toe 7,8 miljard euro gekost.