Jihadverdachte Azzedine C. 'zou het niet meer zo doen'
Nicole le Fever
Verslaggever
Nicole le Fever
Verslaggever
Een broederlijk advies aan Syriëgangers. "Wees slimmer dan de autoriteiten, spreek niet over je plannen, neem geen bewijsmateriaal mee. En nog een prettige reis." Het advies staat op een Facebookpagina van Azzedine C.
De 33-jarige C., alias Abou Moussa, is de hoofdverdachte in het tien weken durende jihadproces tegen tien verdachten: negen mannen en een vrouw. Volgens het Openbaar Ministerie vormen ze een criminele organisatie met terroristisch oogmerk, met Azzedine C. als woordvoerder. Naast lidmaatschap van deze terroristische organisatie, wordt hij verdacht van opruiing en ronselen. Hij kan hiervoor een straf van maximaal 15 jaar krijgen.
"Ik sta nu anders in het leven", zegt hij op dag 2 van de behandeling van zijn zaak tegen de rechter. "Als mijn 10-jarige zoon dit zou lezen, zou ik ertegen zijn. In het begin vertrokken mensen bewust naar Syrië om te vechten tegen Assad. Nu gaan 14-jarige meisjes. Dat vind ik niet goed."
Azzedine C. geeft toe dat hij fouten heeft gemaakt. "Als er blaren zijn, ga ik erop zitten", zegt hij. Het aantal blaren lijkt deze week toe te nemen in de extra beveiligde rechtbank in Amsterdam Osdorp.
Twee dagen zijn voor de behandeling van zijn zaak uitgetrokken. Maar zelfs drie dagen blijken niet genoeg. Zijn dossier is te omvangrijk.
Het begint allemaal vriendelijk, gemoedelijk bijna. Azzedine C. praat gehaast en klinkt nerveus. Maar naarmate de dag vordert, hervindt hij zichzelf. Bevlogen deelt hij zijn opvattingen met de aandachtig luisterende, vriendelijk knikkende rechter.
Wie hem wel eens gesproken heeft, is niet verbaasd. In gesprekken met iedereen die het horen wil, verkondigt hij zijn visie op de wereld. Over de positie van moslims in de democratie, een systeem van vrijheid en gelijkheid. Waar sommigen, naar zijn mening, gelijker zijn dan anderen.
Er wordt met twee maten gemeten, meent Azzedine C. De moslim heeft minder rechten, mag niet zeggen wat hij denkt. "Ik ben theocraat maar erken de rechtsstaat. Ik doe er keihard aan mee. Maar geloof niet in de democratie. Ik zou liever naar een islamitisch land gaan. Waar je dan wel zou moeten kunnen zeggen wat je wilt. Dat komt waarschijnlijk door mijn opvoeding in Nederland. En ik ben hier ook een minderheid. Een minderheid moet ook ruimte hebben in de islamitische staat."
Verdediger van het vrije woord
"Ik heb nog nooit zo'n pleidooi voor vrijheid van meningsuiting gevonden als in uw commentaar. U bent een verdediger van het vrije woord", oordeelt de rechter over een 254 pagina's tellend commentaar dat C. schreef. Regelmatig verwijst hij ernaar. Zijn betoog: u kunt het niet eens zijn met mijn opvattingen, maar ik mag ze hebben en ze verkondigen. Ik heb niets strafbaars gedaan.
Azzedine C. verontschuldigt zich voor de taalfouten in zijn stuk. "Ach", oordelen de rechters. "Gezien de omvang van het stuk valt het nogal mee. Het is vergelijkbaar met een gemiddeld proces-verbaal." Naarmate de tijd verstrijkt neemt de vriendelijkheid van de rechters af.
Aan het eind van de tweede dag van de inhoudelijke behandeling van zijn zaak laat de verdachte steken vallen. Hij spreekt waar hij beter kan zwijgen en zwijgt waar hij beter kan spreken. Namen van broeders die niet terechtstaan in het proces noemt hij niet. Als hij verzocht wordt te spreken over de persoonlijke omstandigheden van een medeverdachte zet hij de microfoon uit. "Dit is openbaar", roept de rechter hem tot de orde.
Ik werd wel eens benaderd door jongeren die wilden afreizen. Alsof ik een airline had.
Hij wordt geconfronteerd met een eindeloze stroom tweets en Facebookberichten. Lovende berichten bij gruwelijke beelden van zelfmoordacties en strijdtaferelen. Op sites waar hij aan meewerkte werden mensen aangemoedigd naar het kalifaat te vertrekken. Het was hun islamitische plicht te vertrekken om de broeders en zusters te verdedigen tegen Assad en het kalifaat te versterken.
Hij neemt er afstand van. De verdachte ontkent, zwakt af of weet het niet meer. C. zegt dat hij de bewuste berichten niet geschreven heeft. "Ik werd wel eens benaderd door jongeren die wilden afreizen. Alsof ik een airline had." Maar hij heeft nooit iemand overgehaald of geholpen naar Syrië te vertrekken, verklaart hij stellig.
"Vindt u niet dat kinderen gek gemaakt worden door dit soort berichten?", vraagt de rechter. "Jongeren werden gebombardeerd met makkelijk verteerbare plaatjes van het kalifaat en gestimuleerd om af te reizen." Azzedine C.: "Met het inzicht van nu zie ik het anders. Toen keek ik er niet zo naar. Ik maakte een leuk artikeltje en gooide het online. Al die berichten kon ik niet bijhouden."
Hij sluit niet uit dat mensen wellicht gemotiveerd zijn geraakt door de berichten op zijn gedeelde Facebookpagina. Hij zou nu niet meer aan de site meewerken, zegt hij. De rechters noteren het. Zijn 'spijtbetuiging' lijkt gelijk te staan aan een schuldbekentenis voor opruiing. Een deel van het bewijs lijkt geleverd, door de verdachte zelf.
Veranderde tijdgeest
"Joden, Joden, het leger van Mohammed komt eraan", riep hij tijdens een demonstratie in de Schilderswijk. Een verwijzing naar een historische gebeurtenis, zeker geen bedreiging, verzekert C. de rechtbank. Hij heeft niets tegen Joden. Hij komt uit Fez in Marokko, waar veel Joden wonen. Hij heeft half Nederlandse kinderen met mogelijk een grootouder van Joodse komaf. Als hij nu niet vast zou zitten, zou hij zich aanmelden om synagogen te beveiligen als dat nodig was. Want minderheden dienen beschermd te worden, weet hij uit eigen ervaring.
Ze zochten de grenzen op, de jongens uit de Schilderswijk. Ze dachten dat ze er net binnen bleven. Ze zagen niet dat er aan het gedogen een einde kwam en de tijdgeest veranderde door de commotie die hun optreden veroorzaakte.
"Ik was tijdelijk het zicht op de realiteit kwijt", zegt Azzedine nu. Ook de uitlatingen die hij deed tijdens de demonstratie zou hij nu niet meer herhalen. De rechters zijn niet onder de indruk.
Ronselen en terroristische netwerk
Familieleden van zes Syriëgangers deden aangifte van ronselen tegen Azzedine C. Maar het bewijs lijkt niet sterk. De families hadden van horen zeggen dat de verdachte direct bij het vertrek van hun zonen, broers of geliefden betrokken was.
De vraag is ook of er voldoende bewijs is voor het bestaan van een terroristische organisatie. De voorlopige hechtenis van medeverdachte Rudolph H. werd maandag door de rechter opgeheven. H.'s rol zou beperkt zijn in de organisatie en de kans op recidive is klein.
Ook de advocaat van Azzedine C. zal vragen of zijn cliënt zijn proces na een jaar voorarrest in vrijheid kan ondergaan. Of de rechter daartoe zal besluiten? Maandag gaat de behandeling van zijn zaak door.