NOS Nieuws

Tweederde minder zee-ijs op de Noordpool

  • Heleen Ekker

    Redacteur

  • Heleen Ekker

    Redacteur

Door redacteur Heleen Ekker

Door de opwarming van de aarde is de hoeveelheid ijs op de Noordpool in de afgelopen dertig jaar al met 65 procent afgenomen. Dat concludeert NOS-weerman en klimaatwetenschapper Peter Kuipers Munneke op basis van satellietmetingen. Op de Noordpool gaat de opwarming sneller dan in de rest van de wereld.

"Satellieten kunnen goed de omvang van het ijsoppervlak meten. Maar het is wel moeilijk om de dikte van het ijs goed te bepalen. Daarom is deze 65 procent de beste schatting die op dit moment te maken valt", zegt Kuipers Munneke. Op deze animatie is goed te zien wat er de afgelopen decennia met het ijs gebeurde.

De Nederlandse expeditie die de afgelopen 10 dagen op Spitsbergen onderzoek deed, heeft met eigen ogen de gevolgen van de opwarming kunnen zien. Hoe komt het eigenlijk dat de opwarming op de Noordpool sneller gaat? En in hoeverre is de uitstoot van broeikasgassen daar de oorzaak van? Zes vragen over de Noordpool aan Rob van Dorland van het KNMI.

Weerstation geplaatst

Hoe komt het dat de opwarming sneller gaat in het Noordpoolgebied dan in de rest van de wereld?

Wereldwijd is de temperatuur op aarde sinds het einde van de negentiende eeuw met gemiddeld 0,9 graad gestegen. Maar er zijn grote regionale verschillen: de Noordpool is twee à drie keer zoveel opgewarmd, namelijk ruim 2 graden. De dominante factor in deze opwarming is de uitstoot van broeikasgassen, zo tonen veel onderzoeken aan. In het Noordpoolgebied komt daar nog een factor bij: door het steeds verder afsmelten van het drijvende ijs op de zee, wordt het zonlicht minder weerkaatst terug de ruimte in. In plaats daarvan gaat de warmte de zee in. Het warmere water zorgt vervolgens voor nog sneller afsmelten van het ijs.

Maar er zijn toch ook natuurlijke factoren die kunnen zorgen voor warmere periodes?

Ja, zoals zeestromingen of de activiteit van de zon. Maar in de vorige eeuw toonden berekeningen aan dat de uitstoot van broeikasgassen in de opwarming een steeds grotere rol ging spelen. En sinds het midden van de vorige eeuw is de menselijke uitstoot zelfs de belangrijkste factor. Let wel: dit gaat over de wereldwijde opwarming, regionaal kunnen er verschillen zijn.

  • NOS | Martijn Bink
  • NOS | Martijn Bink
  • NOS | Martijn Bink

Hoe weet de klimaatwetenschap dit zo zeker?

Dat komt door drie factoren:

- De natuurlijke processen die een rol spelen zijn uitgebreid onderzocht, om te weten hoe belangrijk ze zijn. Zo weet men tegenwoordig heel goed welk effect zeestromingen, zonne-activiteit of vulkaanuitbarstingen hebben op de temperatuur.

- Ook wordt de ‘stralingsbalans’ van de aarde goed begrepen; de hoeveelheid energie die door het zonlicht de aarde bereikt, wordt voor een steeds groter deel ‘vastgehouden’ door de broeikasgassen in de atmosfeer. In laboratoria is dit uitgebreid aangetoond; dit is basale natuurkunde.

- De gemeten temperatuurstijging op aarde komt bovendien overeen met de te verwachten temperatuurstijging door broeikasgassen en natuurlijke factoren. Zonder menselijke invloed zou het nu aanzienlijk koeler op aarde zijn.

Maar er zijn toch eerder warme periodes geweest op de Noordpool?

Ja, bijvoorbeeld in de eerste decennia van de vorige eeuw. Maar toen was er een toename van de zonne-activiteit (uitbarstingen aan de oppervlakte van de zon) en er waren geen grote vulkaanuitbarstingen. Door dat laatste was er minder stof in de lucht, wat tot gevolg heeft dat meer zonnestraling het aardoppervlak kon bereiken.

Er was toen veel minder uitstoot van broeikasgassen dan nu, daarom was het effect daarvan toen nauwelijks merkbaar. Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw is het stofgehalte in de atmosfeer weer toegenomen, door een serie vulkaanuitbarstingen en door de toename van het aantal kolencentrales zonder zwavelafvang, waardoor er sprake was van een lichte temperatuurdaling. Sinds het midden van de jaren 70 nam de temperatuur op aarde weer toe, wat alleen verklaard kan worden door de forse toename van broeikasgassen.

  • NOS | Martijn Bink
  • NOS | Martijn Bink
  • Hans Verdaat

Hoe groot is de kans dat er opnieuw een periode van afkoeling komt op de Noordpool?

Sinds de menselijke uitstoot een grotere rol speelt dan de natuurlijke factoren ligt verdere opwarming van de aarde en dus ook van de Noordpool het meest voor de hand. Zeker op de wat langere termijn. Want zelfs als we morgen stoppen met alle uitstoot, dan nog ijlt het opwarmende effect nog tientallen jaren door.

Wat brengt de toekomst?

Op korte termijn kunnen er grote fluctuaties optreden in het smelten van het zee-ijs. Dit jaar lijkt geen record-minimum te worden, zoals in 2012, maar dat hangt veel meer samen met de weersomstandigheden in de zomer in het Arctische gebied. Naar de langere termijn wordt nog veel onderzoek gedaan.

Het vervelende is dat er ook nog onverwachte effecten kunnen optreden, die tot nog snellere opwarming kunnen leiden. Zoals het smelten van de permafrost, waardoor grote hoeveelheden methaan kunnen vrijkomen, een nog veel sterker broeikasgas dan CO2. De overgrote meerderheid van de klimaatonderzoekers wereldwijd stelt op dit moment dat de opwarming deze eeuw uitkomt op nog eens 2,6 tot 4,8 graden, als er geen maatregelen worden genomen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. En voor de Noordpool wordt een twee tot drie keer zo hoge temperatuurstijging verwacht.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl