Kiesraad: veel extra werk door referendumverzoeken
De Kiesraad is veel extra tijd kwijt aan het behandelen van verzoeken van burgers die een referendum willen. Sinds 1 juli 2015 kan iedere kiesgerechtigde een verzoek indienen over een wet die al wel is aangenomen, maar nog niet in werking is getreden.
"We hebben vier extra mensen aangenomen om de verzoeken te verwerken," zegt Melle Bakker, directeur van de Kiesraad. Bakker had niet verwacht dat de wetsverandering tot zo veel reacties zou leiden. De tienduizend verzoeken die binnenkwamen om het het initiatief GeenPeil te ondersteunen, moesten handmatig worden gecontroleerd. "We zijn bezig met het ontwikkelen van een applicatie om dat proces te digitaliseren."
Toetsen
Sinds twee maanden kan de minister van Binnenlandse Zaken een aangenomen wet referendabel verklaren. Dat betekent dat er in principe een referendum mogelijk is als er genoeg animo voor bestaat. "In praktijk zal ongeveer negentig procent van de nieuwe wetten referendabel worden verklaard", licht Bakker toe. "De thema's Koningshuis, Grondwet en begroting zijn uitgezonderd".
Iedere kiesgerechtigde burger mag zich melden met een referendumverzoek. Dat kan over van alles gaan. Van zorg tot defensie, tot werk en inkomen. Binnen vier weken moeten er vervolgens tienduizend handtekeningen worden ingeleverd. De Kiesraad controleert of deze geldig zijn. "We toetsen of de handtekeningen daadwerkelijk van bestaande mensen zijn."
300.000 handtekeningen
Als de Kiesraad een akkoord geeft, gaat de tweede fase in. Binnen zes weken moeten er dan 300.000 handtekeningen verzameld worden. Als dat lukt, volgt er binnen een half jaar een referendum. Iedereen krijgt dan een oproep om voor of tegen te stemmen. De Kiesraad controleert de uitslag.
"De kosten van zo'n referendum zijn minimaal dertig miljoen euro," zegt Bakker. "Als er verkiezingen gepland staan kunnen we het referendum daaraan koppelen, maar als dat niet zo is moet het zelfstandig."
Sinds 1 juli zijn negen wetten referendabel verklaard. "Op vier daarvan zijn geen verzoeken binnengekomen. Op de overige vijf wel," zegt Bakker. "Van die vijf heeft alleen het initiatief GeenPeil de tweede fase gehaald."
GeenPeil
"Vandaag tikken we de vijftigduizend handtekeningen aan", zegt Jan Roos van GeenStijl. GeenPeil is ontstaan uit een samenwerking tussen GeenStijl en het Burgercomité EU. De initiatiefnemers willen dat er een referendum komt over het Associatieverdrag dat de EU in juni 2014 gesloten heeft met Oekraïne. Ze zijn bang dat Nederland zich daardoor mengt in de spanningen tussen Oekraïne en Rusland.
Volgens Roos is de keuze voor een referendumverzoek simpel. "In Den Haag zijn partijen aan de macht die niet waarmaken wat ze beloofd hebben. De burger moet weer inspraak krijgen op wat er gebeurt. Als de Nederlandse bevolking bij een referendum een nee laat klinken en de politiek doet daar niets mee, dan tonen we aan dat Den Haag de stem van het volk negeert."
Weinig kans
Volgens Rinus van Schendelen, hoogleraar politicologie aan de Erasmus Universiteit, is de kans dat er een referendum komt heel klein. "300.000 handtekeningen is heel veel", zegt hij.
"En als het wel lukt, bereik je er niets mee. Er komt dan een stemming over een besluit dat al genomen is. De politiek zal er kennis van nemen, maar er hoeft niets mee te gebeuren. Het gaat om een raadgevend, niet om een bindend referendum."
Bereik
Het Burgercomité EU geeft aan zich al jaren met de rol van Nederland in Europa bezig te houden. "We hebben een redelijke achterban, maar GeenStijl heeft natuurlijk een groter bereik. Door deze samenwerking hopen we zoveel mogelijk mensen te bereiken om een referendum van de grond te krijgen", zegt Pepijn van Houwelingen van het Burgercomité EU.
GeenPeil heeft tot 28 september de tijd om in totaal driehonderdduizend handtekeningen te verzamelen.