Buitenlandse investeerders hebben de Nederlandse woningmarkt ontdekt. Vorig jaar werd 50 procent van alle beleggingen in Nederlandse huurwoningen door buitenlandse investeerders gedaan. Volgens vastgoedadviesbureau Capital Value, gespecialiseerd in internationale woningbeleggingen, zijn er vorig jaar in tien transacties 14.300 huurwoningen verkocht aan buitenlandse partijen.
De helft daarvan was afkomstige uit de sociale huursector. Omdat er van dergelijke woningen ook nog eens weinig worden bijgebouwd, ontstaat er schaarste aan sociale huurwoningen. Betrokkenen maken zich zorgen.
De noodlijdende woningcorporatie Vestia verkocht in 2014 voor 570 miljoen euro 5.500 woningen aan de Duitse belegger Patrizia. Het Britse Round Hill Capital legde 365 miljoen neer voor 4.000 woningen van het Wooninvesteringsfonds (WIF).
Ook dit jaar worden er weer veel Nederlandse huurwoningen aan buitenlandse investeerders verkocht, zij het iets minder dan vorig jaar. "Volgens onze gegevens zijn er de eerste maanden van dit jaar circa 1.500 woningen geleverd," zegt directeur Marijn Snijders van Capital Value. "Wij verwachten dat er de komende maanden veel transacties zullen plaatsvinden, waardoor het totaal aantal in 2015 kan gaan liggen tussen 5.000 en 10.000 woningen."
Verhuurdersheffing
Sinds het Woonakkoord uit 2013 is het voor woningcorporaties makkelijker om huurwoningen te verkopen. In datzelfde jaar voerde minister Blok van Wonen de verhuurdersheffing in, waarbij verhuurders betalen over hun bezit. De heffing is voor woningcorporaties een belangrijke reden om bezit af te stoten. Het kabinet wil met de verhuurdersheffing 1,7 miljard euro ophalen voor de staatskas.
Een van deze woningcorporaties is Stadgenoot uit Amsterdam. Stadgenoot zette onlangs zeven wooncomplexen met sociale huurwoningen in de etalage. Het gaat om 338 huurwoningen in Amsterdam en Diemen, voor een deel vrije sector. Stadgenoot hoopt daarmee 40 tot 60 miljoen euro op te halen. De corporatie heeft geld nodig voor de verhuurdersheffing (30 euro miljoen euro per jaar) en de afbetaling van schulden.
Weinig bijgebouwd
Hugo Priemus, emeritus hoogleraar Volkshuisvesting aan de TU Delft, is verontrust over de verkoop van corporatiewoningen. "Veel mensen willen in de steden wonen. Het gevolg is dat er een toenemend tekort is, vooral een tekort aan sociale huurwoningen voor mensen met een bescheiden inkomen en dat tekort neemt nu enorm toe," zegt Priemus. "En als je dan op grote schaal sociale huurwoningen gaat verkopen aan beleggers, ja dan ben je aan het spookrijden op de woningmarkt."
En dan is er nog een probleem, stelt emeritus hoogleraar Priemus: "Er wordt maar mondjesmaat bijgebouwd. Dus het saldo is behoorlijk negatief."
De Woonbond, de organisatie die opkomt voor de belangen van huurders, maakt zich ook zorgen. "Dit loopt spaak. Dat weten we allemaal. Een van de problemen is de verhuurdersheffing. Die wordt volgend jaar geëvalueerd. Het zou heel belangrijk zijn als die vervalt en dat er veel meer geïnvesteerd wordt. En dat er geen woningen meer verkocht worden aan particuliere beleggers, maar dat die in de sociale voorraad blijven."
Schaarste
Ook volgens directeur Marien de Langen van Stadgenoot ligt een deel van het probleem bij de verhuurdersheffing van minister Blok: "Die verhuurdersheffing is buitengewoon onhandig. Stel dat we die middelen hebben om nieuwe sociale huurwoningen te bouwen. Dat lijkt mij maatschappelijk gezien veel belangrijker dan die heffing."
Directeur De Langen van Stadgenoot: " Dat is precies de afweging die de rijksoverheid heeft gemaakt. Ze accepteert deze schaarste omdat ze die 1,7 miljard nodig heeft."