OM liet rapport showbizzmoord in la liggen

Het Openbaar Ministerie heeft in de zaak van de showbizzmoord een rapport dat ontlastend was voor de veroordeelde jarenlang achtergehouden. Dat heeft het OM toegegeven tegen het tv-programma Brandpunt, dat een reconstructie heeft gemaakt.

De zaak draait om de moord op de Hilversumse platenbaas Bart van der Laar, die in 1981 werd doodgeschoten in zijn villa. Twee jaar later werd een verdachte veroordeeld: Martien Hunnik. Hij zei dat hij onschuldig was, al had hij aanvankelijk bekend.

Nadat Hunnik zijn straf in 1990 had uitgezeten, deed hij jarenlang pogingen om alsnog te worden vrijgepleit. Pas onlangs kwam er resultaat: de Hoge Raad bepaalde in mei dat de zaak moet worden overgedaan. Naar alle waarschijnlijkheid zitten drie anderen achter de moord, maar zij kunnen niet meer worden vervolgd. De zaak is verjaard en een van hen is overleden.

Rapport

Gebleken is dat het OM al in 2004 wist dat Hunnik niet achter de moord kon zitten. Dat stond in een rapport van de Criminele Inlichtingen Eenheid.

Hoewel Hunnik sinds eind jaren 90 om alle relevante informatie vroeg bij het OM, kreeg hij dit ontlastende rapport niet. Pas eind 2012 werden hij en zijn advocaat Knoops ervan op de hoogte gebracht. "Het is in een la blijven liggen, dat is onvoorstelbaar", zegt Knoops vanavond in Brandpunt.

CEAS

Het OM heeft ook verzuimd het rapport te delen met de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS), die gerechtelijke dwalingen onderzoekt. Volgens Knoops is dat extra dramatisch voor Hunnik, omdat dat betekent dat de zaak al jaren geleden heropend had kunnen worden. "Dat had zes jaar van zijn leven gescheeld."

Het OM geeft toe dat het ontlastende rapport tot 2012 niet aan Hunnik is gegeven en niet aan de CEAS is gestuurd. Er is onderzocht waarom dat niet is gebeurd. "Helaas bleek niet meer te achterhalen wat daar toen de reden voor was", antwoordt het OM op vragen van Brandpunt.