'De Jeugd' vond Dodenrit van Drs. P doodeng, maar heel sterk
Drie jaar geleden stond Drs. P nog op het podium. Verschillende artiesten brachten een eerbetoon aan de, toen 92-jarige, zanger en dichter. Onder hen Pepijn Lanen, alias Faberyayo, van rapgroep De Jeugd van Tegenwoordig. "Mijn moeder was groot fan. Daarom ken ik een gedeelte van zijn werk." Vandaag overleed Drs. P op 95-jarige leeftijd.
Het nummer Dodenrit maakte het meeste indruk op Lanen (32). "Dat vond ik vroeger heel eng. Maar het steekt heel goed in elkaar omdat de inhoud en de vorm elkaar voeden. In het nummer vallen steeds mensen af die doodgaan en de tekst wordt steeds korter naar het refrein toe."
Tekstschrijver en cabaretier Ivo de Wijs had juist een hekel aan het nummer. De Wijs werkte jarenlang samen met Drs. P. "Ik had een hekel aan dat lied. Het duurt 8 minuten en werd bij elk optreden aangevraagd." Maar ze deden het wel. "Drs. P zei altijd: enige wreedheid geeft glans aan het bestaan."
De kracht van de nummers zat hem vooral in de onverwachte invalshoek die Drs. P gebruikte, zegt De Wijs. "En het bijzondere woordgebruik natuurlijk." Samen met P introduceerde hij de versvorm ollekebolleke, gebaseerd op het kinderliedje Ollekebolleke Rubisolleke.
"Hij was de paus van het lichte vers. Alle mensen die vrolijke verzen schrijven, zijn schatplichtig aan hem en hij heeft ze eigenlijk een beetje opgevoed: zo moet je het doen."
Of het werk van Drs. P direct invloed heeft op de nummers van De Jeugd van Tegenwoordig durft rapper Lanen niet te zeggen. "Maar ergens is hij een soort voorvader van de Nederlandstalige rap. Hij inspireerde mensen om zo origineel mogelijk met taal om te vliegen. Ook rap-artiesten. Die willen iets zo pakkend en verfrissend mogelijk zeggen."
Lanen is onder de indruk van hoe Drs. P zijn nummers in elkaar stak. "De aandacht voor details en het bijzondere enthousiasme en de vreugde die hij stak in het gebruik van taal. Hij kende op geen enkele manier zijn gelijke daarin."
De bijzondere woorden gebruikte Drs. P tot aan het einde van zijn leven, zegt De Wijs. "Als het bezoek te lang bleef, dan zei hij altijd tegen zijn gasten: 'kunnen we nu een eind maken aan deze exercitie?'"