Bij gespecialiseerde instellingen voor jeugdpsychiatrie staan kinderen maanden, soms wel een jaar, op een wachtlijst voordat ze kunnen worden opgenomen. Vorig jaar concludeerde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) al dat de wachttijdnormen werden overschreden.
Het ministerie van VWS en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) reageren.
REACTIE VWS
GGZ-aanbieders moeten de wachttijden op hun website publiceren, maar worden de wachttijden in de jeugd-GZZ ook nog ergens centraal bijgehouden?
Op basis van de Jeugdwet wordt het jeugdhulpgebruik landelijk/centraal gevolgd. Dat gebeurt met het monitoren van een aantal waarden zoals de start en einddatum van de hulp in verschillende categorieën bijvoorbeeld met verblijf, zonder verblijf, pleegzorg, etc. Die informatie is in eerste instantie bedoeld voor gemeenten (en natuurlijk gemeenteraden als controlerende instantie) om te beoordelen hoe jeugdhulp en het gebruik daarvan zich ontwikkeld in hun gemeente, en ten opzichte van andere gemeenten.
Wachttijdinformatie maakt niet apart deel uit van de landelijke monitoring van jeugdhulpgebruik. Maar gemeenten en het Rijk kijken natuurlijk samen naar opvallende signalen uit de beleidsinformatie, of uit andere bronnen als patiëntenorganisaties, beroepsorganisaties, media, etc.
Monitort VWS actief hoe het gaat met de wachttijden in de jeugd-GGZ ten opzichte van vorig jaar/vorige jaren? Waarom wel/niet?
Het gaat sinds dit jaar anders dan vorig jaar omdat de verantwoordelijkheid sinds dit jaar bij de gemeenten ligt. Zij hebben de plicht om passende jeugdhulp te leveren voor kinderen en gezinnen die dat nodig hebben. In toenemende mate bestaat die hulp uit een integraal aanbod (1 gezin, 1 plan) waarin verschillende disciplines (JGGZ, LVG zorg, opvoedhulp, etc.) samenwerken. Het is daarom minder zinvol om naar één onderdeel van de jeugdhulp te kijken. Het gaat er juist steeds meer om te kijken naar de ontwikkeling van de jeugdhulp als geheel.
Als jullie het monitoren, kunnen wij daar dan inzage in krijgen?
De cijfers over jeugdhulpgebruik komen twee keer per jaar beschikbaar voor iedereen (april en oktober, alleen in 2015 eenmalig in juli), door publicatie op StatLine, de jeugdmonitor en Waar staat je gemeente.
De NZa vond de signalen eind vorig jaar zo verontrustend dat ze nader onderzoek wilden doen naar de manier waarop zorgverzekeraars hun zorgplicht invullen. Voor de Jeugd-GGZ is sinds 1 januari de zorgplicht van zorgverzekeraars niet meer aan de orde. Hebben gemeenten nu die zorgplicht?
In de Jeugdwet hebben de gemeenten de jeugdhulpplicht. De gemeenteraad controleert het gemeentebestuur bij de uitvoering van de Jeugdwet verantwoordelijkheden. De inspecties controleren de kwaliteit van de geleverde jeugdhulp.
Wie is er nu verantwoordelijk als jeugd GGZ-aanbieders de Treeknormen overschrijden?
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp. Of de gemeenten de Treeknormen hanteren, is aan de gemeenten.
REACTIE VNG
Gemeenten vinden (lange) wachtlijsten ongewenst en doen wat zij kunnen om met de zorgaanbieders ze zo snel mogelijk te laten verdwijnen of te verkorten.
Gemeenten stellen dat kinderen die ernstige problemen hebben of ernstig ziek zijn, snel en goed geholpen moeten worden. Dat is ook het doel van het nieuwe stelsel. Het is aan aanbieders en gemeenten om de handen ineen te slaan om het probleem hun regio op te lossen. Het gaat erom dat kinderen de hulp krijgen die noodzakelijk is.
Sinds dit jaar zijn de jeugdhulptaken gedecentraliseerd naar gemeenten, om dichtbij en laagdrempelige zorg en ondersteuning te kunnen bieden. Vorig jaar al waren er wachtlijsten voor de JGGZ en ook nu nog zijn deze aanwezig. Maar het beeld verschilt per regio en de signalen over wachtlijsten zijn heel divers en spreken elkaar soms ook tegen.
Sommige landelijke aanbieders geven aan dat het beeld nagenoeg gelijk is aan dat van vorig jaar terwijl er ook aanbieders zijn die minder instroom hebben. Maar feit is ook dat er minder geld beschikbaar is. Om de zorg toekomstbestendig in te richten is er een verandering nodig. Een verandering die eraan bijdraagt dat kinderen dichtbij huis gepaste zorg en ondersteuning kunnen krijgen.
Omdat gemeenten en aanbieders zien dat er daar nog een belangrijke opgave ligt, hebben de gemeenten en aanbieders gezamenlijk een visie geschreven. Deze moet eraan bijdragen dat kinderen snel en dichtbij huis, hulp en ondersteuning kunnen krijgen.