In Den Haag wordt al maanden gepraat over een nieuw belastingstelsel. Het gaat veel over lastenverlichting, vermogensbelasting en toeslagen, maar er is één onderdeel dat nauwelijks aan bod komt: box 2. De belasting voor grootaandeelhouders. GroenLinks ziet de box als een belastingparadijs, en ook de PvdA vindt dat ondernemers wel erg uit de wind gehouden worden. De VVD beschouwt box 2 juist als een oase voor ondernemers waar niet aan getornd mag worden.
In Nieuwsuur onder andere Koen Caminada van de adviescommissie belastingstelsel en Hans de Boer van VNO-NCW.
Directeur-grootaandeelhouders
In box 2 zitten de grootaandeelhouders. Dat zijn mensen die minimaal 5 procent van de aandelen van een BV of NV in handen hebben. Vaak zijn zij ook directeur van de BV. In dat geval heten zij ‘directeur-grootaandeelhouder’. Het kan gaan om notarissen, advocaten, maar ook om mensen met een grote slagerij of bijvoorbeeld een particuliere zorginstelling.
Kritiek
De kritiek is dat directeur-grootaandeelhouders relatief weinig belasting betalen. Ze zitten in de ‘fiscale luwte’, zo omschrijft hoogleraar empirische analyse Koen Caminada de positie van de directeur-grootaandeelhouder in het huidige stelsel. Caminada maakte deel uit van de commissie-Van Dijkhuizen, die in 2013 in opdracht van het kabinet onderzoek deed naar het Nederlandse belastingstelsel.
De directeur-grootaandeelhouder betaalt vennootschapsbelasting over de winst van zijn bedrijf. De rest kan hij in zijn BV onderbrengen. Pas als hij zichzelf een stukje van dit vermogen uitkeert, moet hij er box 2-belasting over betalen. Keert hij zich niets uit, en pot hij zijn geld op, dan kan hij de heffing jarenlang uitstellen.
Van uitstel kan ook afstel komen, zegt Caminada. De aandeelhouder kan zijn bedrijf overdragen aan zijn kinderen. Daarmee kan hij de belastingheffing doorschuiven. Daarbij is de directeur-grootaandeelhouder tot een miljoen euro vrijgesteld voor erf- en schenkbelasting, een regeling waar niet-ondernemers geen gebruik van kunnen maken.
Een andere mogelijkheid om onder box 2 uit te komen, is verhuizen naar België. Na een verblijf van tien jaar in het buitenland kan een BV onder bepaalde voorwaarden worden verkocht waarbij de box 2-heffing geheel komt te vervallen.
Gebruikelijk loon
De directeur-grootaandeelhouder is wel verplicht zichzelf een salaris uit te keren waar hij het loonbelastingtarief uit box 1 over moet betalen. Dit zogenaamde ‘gebruikelijk loon’ moet minimaal 44.000 euro bedragen maar mag maximaal 25 procent afwijken van het loon dat iemand in een vergelijkbare functie verdient.
"Dat wordt natuurlijk een beetje als onredelijk ervaren", zegt Caminada. "Iemand die in de marktsector werkt, betaalt over zijn héle arbeidsinkomen belasting, en bij de directeur-grootaandeelhouder wordt er dan een soort afslag van 25 procent gedaan."
Als ik ga belasten pak ik geld af, dan jaag ik alle ondernemers het land uit.
Voorheffing
De PvdA en GroenLinks willen box 2 veranderen. Het instellen van een ‘voorheffing’, het naar voren trekken van de box-2 heffing zodat directeur-grootaandeelhouders ieder jaar al een stukje over hun ondernemersvermogen afdragen, zou een oplossing kunnen zijn. Een voorheffing zou zowel het oppotten van geld als belastingemigratie kunnen voorkomen.
Volgens Caminada levert een voorheffing niet eens zoveel op maar zou wel rechtvaardiger zijn. Met name ten opzichte van spaarders, die ieder jaar wél standaard belast worden op het inkomen uit hun spaarvermogen.
Henk Nijboer (PvdA) ziet wel iets in een voorheffing, met name om belastingvlucht te voorkomen. Hij noemt het een 'aantrekkelijke gedachte', waar de PvdA 'graag naar zou kijken.'
De VVD wil niets van een voorheffing weten. "Handen af van box 2", zegt Helma Nepperus (VVD). "Ik wil ondernemers de ruimte geven om te investeren. Als ik ga belasten pak ik geld af, dan jaag ik alle ondernemers het land uit." De mensen die naar Belgie vertrekken zijn uitzonderingen, meent Nepperus. 'En op uitzonderingen moet je geen beleid baseren.'
Ondernemingsplannen
Ook Hans de Boer, voorman van ondernemersorganisatie VNO NCW, is stellig. "Directeur-grootaandeelhouders zijn normale, hardwerkende mensen. Ze betalen gewoon vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting. Dan blijft er een stukje over, en dat stukje mogen ze een tijd in hun BV houden om daaruit hun groei en ondernemingsplannen te kunnen financieren."
Zeker in een tijd waarin banken terughoudend zijn met het verstrekken van leningen is het ‘extreem belangrijk’ om ondernemers deze bufferruimte te gunnen, vindt De Boer. "Ondernemers zijn tenslotte het dieselblok voor de Nederlandse economie."