Ingewikkeld rekenwerk voor verdeling van 75 zetels
De leden van Provinciale Staten kiezen vandaag de nieuwe Eerste Kamer. Het is door berekeningen en inschattingen vooraf ongeveer duidelijk hoe die Eerste Kamer eruit komt te zien, zoals te zien is op deze interactieve kaart, maar er kunnen vanwege het ingewikkelde kiessysteem altijd nog verrassingen voorkomen.
In de meeste gevallen stemmen de Statenleden uit de provincie uiteraard op iemand van hun eigen partij. De provinciale partijen zoals de Fryske Nasjonale Partij en de Ouderenpartij Noord-Holland hebben geen 'eigen' Eerste Kamerleden. Zij waren gezamenlijk vertegenwoordigd in de Onafhankelijke Senaatsfractie (OSF).
Maar ze zijn niet verplicht om hun stem aan de OSF te geven. Een Statenlid mag stemmen op wie hij wil. Een VVD'er op een CDA'er, een Fryske Nasjonale op GroenLinks, of een PvdA'er op de OSF.
Verschillende opvattingen
Lang niet alle regionale partijen willen bij de OSF horen of erop stemmen. De provinciale partijen hebben totaal verschillende opvattingen en zijn dus moeilijk door één of twee senatoren te vertegenwoordigen. Onlangs is het enige Kamerlid uit de fractie gestapt, waardoor de OSF feitelijk ophield te bestaan.
En er zijn ook Statenleden die om andere redenen over hun stem twijfelen. Zo besloot het Zeeuwse Statenlid Robesin bij de vorige verkiezingen na een gesprek met premier Rutte om voor de coalitie te stemmen in plaats van op de OSF.
Ook deze keer probeert de VVD Provinciale Statenleden over te halen om op een VVD'er te stemmen. Dat zal bij oud-VVD'er Jos van Rey, die met voorkeursstemmen voor de Volkspartij Limburg werd gekozen, waarschijnlijk niet lukken.
Om tactische redenen werken de ChristenUnie en SGP samen: ze maken dan meer kans op een restzetel.
Rekenwerk
Aan de exacte uitslag gaat het nodige rekenwerk vooraf. Om te beginnen heeft niet elk Statenlid een even zware stem.
De zogenoemde stemwaarde hangt samen met het aantal inwoners van een provincie. Dat wil zeggen dat de stemwaarde van een Statenlid uit de dichtstbevolkte provincie, Zuid-Holland, veel hoger is dan die van een Statenlid uit Zeeland of Flevoland.
PROVINCIE | INWONERTAL | AANTAL STATENLEDEN | STEMWAARDE |
Zuid-Holland | 3.600.784 | 55 | 655 |
Noord-Holland | 2.762.163 | 55 | 502 |
Noord-Brabant | 2.489.325 | 55 | 453 |
Gelderland | 2.026.393 | 55 | 368 |
Utrecht | 1.263.509 | 49 | 258 |
Overijssel | 1.140.659 | 47 | 243 |
Limburg | 1.118.054 | 47 | 238 |
Friesland | 646.324 | 43 | 150 |
Groningen | 584.104 | 43 | 136 |
Drenthe | 488.611 | 41 | 119 |
Flevoland | 401.503 | 41 | 98 |
Zeeland | 381.717 | 39 | 98 |
Vervolgens moet er een ingewikkelde rekensom worden gemaakt om de kiesdeler te bepalen. Aan de hand van de kiesdeler kan worden berekend hoeveel zetels elke partij krijgt.
Maar de kiesdeler levert geen ronde getallen op. Er blijven restzetels over. De eerste restzetel gaat naar de partij of lijstverbinding met het grootste gemiddelde aan reststemmen. De volgende restzetel gaat naar de partij of lijstverbinding met het een-na-grootste gemiddelde aan stemmen. Deze procedure wordt herhaald tot de 75 zetels zijn verdeeld.