Karel Ornstein
Redacteur
Zeventig jaar na de bevrijding hebben Nederlandse onderzoekers een nieuw massagraf ontdekt in voormalig concentratiekamp Bergen-Belsen in Duitsland. Het graf van ongeveer zestien bij vier meter is gevonden op basis van getuigenverklaringen van ex-gevangenen.
In het massagraf ligt vermoedelijk de Nederlander Jan Verschure begraven. Als verzetsman regelde hij voedseltransporten, totdat hij werd opgepakt en naar Bergen-Belsen werd gedeporteerd. Verschure overleed op 29 april 1945 - twee weken na de bevrijding van het kamp - aan de gevolgen van tyfus. Hij werd 52 jaar.
In Nieuwsuur een reportage over het nieuw ontdekte massagraf in Bergen-Belsen.
Plattegrond
Paul Verschure, de kleinzoon van verzetsstrijder Jan Verschure, kwam het massagraf op het spoor na gesprekken met ex-gevangenen die zijn opa kenden. "Een van die kameraden heeft mij een kaart gegeven waarop hij heeft aangegeven waar ze hem hebben begraven." Op deze locatie, aan het einde van de vroegere hoofdstraat van het kamp, wijst ogenschijnlijk niets op de aanwezigheid van een massagraf: er is tegenwoordig alleen een grasveld te zien.
De Nederlandse oorlogsarcheoloog Ivar Schute deed met zijn team onderzoek naar de plek. Hij stelde vast dat zich onder het grasveld vrijwel zeker een massagraf bevindt. "We hebben metingen gedaan en op deze plek weten we dat de grond ooit verstoord is. De natuurlijke bodemopbouw is niet meer aanwezig. We denken dat dit de plek is van het massagraf."
Uit het onderzoek van Schute blijkt ook dat de vegetatie op die locatie afwijkt. Volgens de archeoloog is dat nog een aanwijzing dat de grond is verstoord.
Massagraven
De laatste maanden van de oorlog waren de omstandigheden in Bergen-Belsen extreem slecht. Door besmettelijke ziektes, honger en uitputting overleden alleen al in de laatste maanden van de oorlog ongeveer 35 duizend gevangenen. Hun stoffelijke overschotten werden in massagraven gedumpt.
Van het concentratiekamp Bergen-Belsen is tegenwoordig weinig meer over. Kort na de oorlog brandden de Britse bevrijders de barakken af om verdere verspreiding van ziektes als tyfus en difterie te voorkomen. Op het voormalige kampterrein zijn diverse massagraven met grafheuvels en monumenten gemarkeerd.
Historici en archeologen gaan er vanuit dat er meer onontdekte massagraven in Bergen-Belsen zijn. Naar schatting liggen meer dan tienduizend slachtoffers op een onbekende plek begraven.
Het massagraf mag niet worden geopend conform de Joodse wetgeving.
Om er zeker van te zijn dat dit het massagraf is waar de stoffelijke resten van zijn grootvader liggen, wil Paul Verschure graag nader onderzoek laten doen. Maar het is de vraag of dat kan. Het openen stuit op bezwaren van de Joodse gemeenschap.
"Het massagraf mag niet worden geopend conform de Joodse wetgeving", zegt NIOD-onderzoeker Erik Somers die een boek schreef over Bergen-Belsen. "Dat betekent dat je de grafrust respecteert en daar heb je heel gedegen rekening mee te houden." Toch ziet hij mogelijkheden voor nader onderzoek. "In goed overleg moet je daar uit zien te komen."
Maar Jens-Christian Wagner, directeur van Gedenkstätte Bergen-Belsen sluit verder onderzoek uit. "We hebben hier met de Joodse gemeenschap in Nedersaksen over gesproken. En volgens religieuze wetgeving is het niet toegestaan om hier te graven. Daarom hebben we besloten niet te graven. Bovendien is het gehele kampterrein tot begraafplaats verklaard."
Het massagraf toont de geschiedenis van het kamp, van de enorme verschrikkingen die hier op grote schaal hebben plaatsgevonden.
Historisch belang
Volgens NIOD-onderzoeker Somers is de vondst van het massagraf van historisch belang. "Het toont de geschiedenis van het kamp en wat hier heeft
plaatsgevonden. De enorme chaos die er was, maar ook de verschrikkingen die op zo’n grote schaal hebben plaatsgevonden."
Woensdag 15 april is het 70 jaar geleden dat het concentratiekamp Bergen-Belsen werd bevrijd.