Emotionele mars nabestaanden veerboot Sewol

Met kaalgeschoren hoofden en in rouwkleding liepen ruim 200 nabestaanden van de slachtoffers van de ramp met de Zuid-Koreaanse veerboot Sewol mee in een protestmars tegen president Park Geun-Hye.

Samen met honderden andere demonstranten liepen ze 46 kilometer van Ansan naar Seoul om een onafhankelijk onderzoek te eisen naar de scheepsramp op 16 april 2014, die aan meer dan 300 mensen het leven kostte.

Verder willen ze dat het gezonken schip geborgen wordt, zodat ook de lichamen van de nog vermiste slachtoffers gevonden kunnen worden. Onder de slachtoffers waren veel scholieren die met hun docenten een schoolreis maakten.

"Negen opvarenden worden nog vermist. Het schip moet zo snel mogelijk geborgen, dan krijgen de families ten minste nog iets van de lichamen terug. We voelen ons zo gefrustreerd hierover", zei de vader van een van de slachtoffers.

Verontwaardigd

Sommige nabestaanden droegen portretten van hun overleden kinderen met zwarte linten eromheen en huilden. Ze zijn verontwaardigd over een compensatie-aanbod van de Zuid-Koreaanse regering, die per scholier ruim 350.000 euro wil uitkeren.

Ze vinden dat de overheid voorrang moet geven aan het onderzoek en het bergen van het schip in plaats van aan het bepalen van de hoogte van het compensatiebedrag voor de nabestaanden.

President Park Geun-Hye beloofde na de ramp een onderzoek naar de oorzaak. "Er is bijna een jaar voorbijgegaan, maar de president heeft haar belofte niet gehouden. We gaan naar Seoul om iets van haar te horen", zei een van de nabestaanden tegen The Jakarta Post.

Overbeladen

Volgens de nabestaanden probeert de overheid het onderzoek te belemmeren en eventuele politieke gevolgen te beperken door overheidsfunctionarissen te benoemen op sleutelposities in de onderzoekscommissie. Ook zouden de banden tussen het bedrijf dat de veerboot exploiteerde en de toezichthouders te nauw zijn.

Het schip was waarschijnlijk overbeladen en tegen de regels in verbouwd, zodat het meer lading kon vervoeren.