Melkveebedrijven in Nederland mogen groeien, maar niet te veel industrialiseren. Dat schrijft staatssecretaris van Economische Zaken Sharon Dijksma in een brief aan de Tweede Kamer. Nieuwe regels moeten ertoe leiden dat melkveebedrijven hun grondgebonden karakter behouden en versterken en zo voorkomen dat koeien altijd op stal staan.
Dat betekent dat melkveebedrijven in het voorstel van de staatssecretaris voldoende grond moeten hebben om hun koeien in de wei te laten en de koeienmest op kwijt te kunnen.
In Nieuwsuur is staatssecretaris van Economische Zaken Sharon Dijksma te gast.
"De koe in de wei is een onmisbaar onderdeel van het Nederlandse cultuurlandschap. Grondgebondenheid verhoogt het maatschappelijk draagvlak en draagt bij aan een duurzame ontwikkeling van de sector", zegt Dijksma. In 2020 moet tachtig procent van de koeien geregeld buiten staan. Nu is dat nog zeventig procent. Om uitbreiding van de weidegang mogelijk te maken, stelt Dijksma 1 miljoen euro beschikbaar.
Driekwart van de bedrijven zal geen last hebben van de nieuwe regels. Maar melkveebedrijven met veel koeien op weinig grond zullen de gevolgen wel merken. Deze boeren, die vaak al een mestoverschot hebben, worden verplicht een deel van de extra mestproductie op eigen grond uit de rijden. Zij zullen hectares moeten bijkopen. De strengste regels gelden voor de boeren die het meeste mest produceren.
De koe in de wei is onlosmakelijk met Nederland verbonden.
Melkveewet
Dijksma presenteert daarmee haar oplossing voor het probleem rond de melkveewet. Eind vorig jaar laaide daarover de discussie op, toen bekend werd dat het melkquotum op 1 april verdwijnt. Dijksma kwam daarop met de wet Verantwoorde groei melkveehouderij. Ze vond dat bedrijven mochten groeien, mits ze aan bepaalde milieunormen zouden voldoen. Wat deze normen waren, stond nog niet in de wet. Boeren konden daardoor hun veestapel uitbreiden zonder extra grond te verwerven.
'Koeienfabrieken'
Vanuit Tweede Kamer en Milieudefensie kwam flink wat kritiek op de wet. Dijksma moest met aanvullende voorwaarden komen die 'grondloze groei' en 'koeienfabrieken' tegengaan.
Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer steunt nu de voorwaarden die Dijksma stelt aan de groei van de sector. PvdA-Kamerlid Sjoera Dikkers is tevreden: "Zo voorkomen we een verdere industrialisering. Koeien horen in de wei en de staatssecretaris geeft aan dit te gaan stimuleren." D66-Kamerlid Gerard Schouw is blij met het plan, ook al mogen de kleine letters er niet toe leiden dat afspraken worden ontdoken door mest te vergisten.
Niet ver genoeg
Ook de zuivelsector is tevreden met de invulling van de melkveewet. Eindelijk duidelijkheid, stellen LTO Nederland, de Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) tevreden vast in een gezamenlijke reactie. De regels sluiten aan bij de visie van de sector zelf.
Het ontbreekt Dijksma aan een totaalvisie voor een gezonde melkveehouderij met een duurzame toekomst.
Maar volgens Milieudefensie gaan de regels niet ver genoeg omdat het mestoverschot kan blijven groeien. "Daardoor blijft het dweilen met de kraan open." De problemen worden alleen maar groter met dit voorstel, stelt Milieudefensie. "Het ontbreekt Dijksma aan een totaalvisie voor een gezonde melkveehouderij met een duurzame toekomst. Door dit beleid zijn er alleen maar verliezers."
Booming business
De Nederlandse zuivelindustrie is booming business. Met name de export naar China en de rest van Azië groeit nog steeds fors. Het melkquotum stond dat alleen nog in de weg.
Melkveehouders anticipeerden al langer op de afschaffing van de melkquota door hun veestapel al flink uit te breiden. Het aantal melk- en kalfkoeien is het afgelopen jaar met een kleine 20.000 dieren toegenomen tot bijna 1,6 miljoen. De verwachting is dat hier de komende jaren nog ongeveer 200.000 koeien bij komen.